Book Chapter: Verse

 1 Exo  21:2  |        het zevende zal hij voor vrij uitgaan, om niet. ~
 2 Exo  21:5  |      kinderen lief, ik wil niet vrij uitgaan; ~
 3 Exo  21:26 |       verderft het, hij zal hem vrij laten gaan voor zijn oog. ~
 4 Lev  19:20 |       worden; want zij was niet vrij gemaakt. ~
 5 Num   5:19 |     zijt tot onreinigheid, wees vrij van dit bitter water, hetwelk
 6 Num   5:28 |        maar rein is, zo zal zij vrij zijn, en zal met zaad bezadigd
 7 Deu  15:12 |       zevende jaar zult gij hem vrij van u laten gaan. ~
 8 Deu  15:13 |               13 En als gij hem vrij van u gaan laat, zo zult
 9 Deu  15:18 |         in uw ogen, als gij hem vrij van u gaan laat; want als
10 Deu  24:5  | opleggen; een jaar lang zal hij vrij zijn in zijn huis, en zijn
11 1Sa  14:41 |       geraakt, en het volk ging vrij uit. ~
12 2Sa   3:24 |      hem laten gaan, dat hij zo vrij is weggegaan? ~
13 1Kon  15:22|     Juda uitroepen (niemand was vrij), dat zij de stenen van
14 Neh  10:31 |         het zevende jaar zouden vrij laten, mitsgaders allerhande
15 Job   3:19 |     grote is daar; en de knecht vrij van zijn heer. ~
16 Job  38:8  |        8 Wie heeft den woudezel vrij henengezonden, en wie heeft
17 Jes   3:9  |       en hun zonden spreken zij vrij uit, gelijk Sodom; zij verbergen
18 Jes  59:6  |     banden des juks, en dat gij vrij loslaat de verpletterden,
19 Jer  22:10 |        beklaagt hem niet; weent vrij over dien, die weggegaan
20 Matt  17:26|       hem: Zo zijn dan de zonen vrij. ~
21 Mark   8:32|       32 En dit woord sprak Hij vrij uit; en Petrus, Hem tot
22 Joha   8:33|      hoe zegt Gij dan: Gij zult vrij worden? ~
23 Joha   8:36|    hebben, zo zult gij waarlijk vrij zijn. ~
24 Hand   2:29| broeders, het is mij geoorloofd vrij uit tot u te spreken van
25 Rom   6:20 |         der zonde, zo waart gij vrij van de gerechtigheid. ~
26 Rom   7:3  |         gestorven is, zo is zij vrij van de wet, alzo dat zij
27 1Kor   7:21|        maar indien gij ook kunt vrij worden, gebruik dat liever. ~
28 1Kor   7:22|     Heeren; desgelijks ook, die vrij zijnde geroepen is, die
29 1Kor   7:39|         ontslapen is, zo is zij vrij, om te trouwen, dien zij
30 1Kor   9:1 |        een apostel? Ben ik niet vrij? Heb ik niet Jezus Christus,
31 1Kor   9:19|       19 Want daar ik van allen vrij was, heb ik mijzelven allen
32 Gal   4:26 | Jeruzalem, dat boven is, dat is vrij, hetwelk is ons aller moeder. ~