Book Chapter: Verse
1 Gen 32:18 | geschiedde, als haar ziel uitging (want zij stierf), dat zij
2 Exo 2:11 | groot geworden was, dat hij uitging tot zijn broederen, en bezag
3 Exo 34:7 | al wie den HEERE zocht, uitging tot de tent der samenkomst,
4 Exo 34:8 | geschiedde, wanneer Mozes uitging naar de tent, stond al het
5 Exo 34:57 | het deksel af, totdat hij uitging; en nadat hij uitgegaan
6 Ric 3:22 | uit zijn buik), en de drek uitging. ~
7 Ric 18:27 | van het huis opendeed, en uitging om zijns weegs te gaan,
8 1Sa 21:5 | en eergisteren, toen ik uitging, en de vaten der jongelingen
9 2Sa 2:23 | de spies van achter hem uitging; en hij viel aldaar, en
10 2Sa 11:8 | Uria uit des konings huis uitging, volgde hem een gerecht
11 2Sa 19:19 | de koning uit Jeruzalem uitging, dat het de koning zich
12 1Kon 11:29| als Jerobeam uit Jeruzalem uitging, dat de profeet Ahia, de
13 1Kon 19:13| bewond met zijn mantel, en uitging, en stond in den ingang
14 2Kon 4:18| het op een dag, dat het uitging tot zijn vader, tot de maaiers. ~
15 2Kon 9:11| 11 En als Jehu uitging tot de knechten zijns heren,
16 2Kon 9:24| dat de pijl door zijn hart uitging; en hij kromde zich in zijn
17 2Kon 10:9 | geschiedde des morgens, toen hij uitging, dat hij stil stond, en
18 2Kro 16:5 | vrede voor dengene, die uitging, en dengene, die inkwam;
19 2Kro 22:19| het einde der twee jaren uitging, zijn ingewanden met de
20 2Kro 22:39| het einde der twee jaren uitging, zijn ingewanden met de
21 Job 29:7 | 7 Toen ik uitging naar de poort door de stad,
22 Jer 37:12 | Dat Jeremia uit Jeruzalem uitging, om te gaan in het land
23 Eze 47:3 | die man naar het oosten uitging, zo was er een meetsnoer
24 Matt 20:1 | die met den morgenstond uitging, om arbeiders te huren in
25 Matt 26:71| als hij naar de voorpoort uitging, zag hem een andere dienstmaagd,
26 Mark 10:17| 17 En als Hij uitging op den weg, liep een tot
27 Mark 10:46| grote schare van Jericho uitging, zat de zoon van Timeus,
28 Luk 2:1 | dagen, dat er een gebod uitging van den Keizer Augustus,
29 Luk 6:12 | geschiedde in die dagen, dat Hij uitging naar den berg, om te bidden,
30 Luk 17:29 | op welken Lot van Sodom uitging, regende het vuur en sulfer
31 Joha 11:31| zij haastelijk opstond en uitging, volgden haar, zeggende:
32 Open 9:18| sulfer, dat uit hun monden uitging. ~
|