Book Chapter: Verse
1 Num 20:19 | vee, zo zal ik deszelfs prijs daarvoor geven; ik zal alleenlijk,
2 2Sa 24:24 | zekerlijk van u kopen voor den prijs; want ik zal den HEERE,
3 1Kon 10:28| het linnen garen voor den prijs. ~
4 2Kro 1:16| het linnengaren voor den prijs. ~
5 Neh 9:5 | verhoogd is boven allen lof en prijs! ~
6 Job 28:15 | en met zilver kan haar prijs niet worden opgewogen. ~
7 Psa 44:13 | waardij; en Gij verhoogt hun prijs niet. ~
8 Psa 145:21 | Thau. Mijn mond zal den prijs des HEEREN uitspreken, en
9 Psa 146:1 | Hallelujah! O mijn ziel! prijs den HEERE. ~
10 Spre 27:26| kleding, en de bokken de prijs des velds. ~
11 Jes 45:13 | gevangenen loslaten, niet voor prijs, noch voor geschenk, zegt
12 Jes 55:1 | koopt zonder geld, en zonder prijs, wijn en melk! ~
13 Jes 56:1 | koopt zonder geld, en zonder prijs, wijn en melk! ~
14 Jer 15:13 | tot een roof geven, zonder prijs; en dat om al uw zonden,
15 Klaa 2:4 | drinken; ons hout komt ons op prijs te staan. ~
16 Dan 4:37 | 37 Nu prijs ik, Nebukadnezar, en verhoog,
17 Dan 11:39 | zal het land uitdelen om prijs. ~
18 Zac 11:13 | pottenbakker: een heerlijken prijs, dien ik waard geacht ben
19 Matt 27:6 | te leggen, dewijl het een prijs des bloeds is. ~
20 Mark 14:3 | onvervalsten nardus, van groten prijs; en de albasten fles gebroken
21 Hand 4:34| verkochten zij, en brachten den prijs der verkochte goederen,
22 1Kor 9:24| lopen, maar dat een den prijs ontvangt? Loopt alzo, dat
23 1Kor 9:25| En een iegelijk, die om prijs strijdt, onthoudt zich in
24 1Kor 11:2 | 2 En ik prijs u, broeders, dat gij in
25 1Kor 11:17| hetgeen ik u aanzegge, prijs ik niet, namelijk dat gij
26 1Kor 11:22| Zal ik u prijzen? In dezen prijs ik u niet. ~
27 Efez 1:6 | 6 Tot prijs der heerlijkheid Zijner
28 Efez 1:12| Opdat wij zouden zijn tot prijs Zijner heerlijkheid, wij,
29 Efez 1:14| verkregene verlossing, tot prijs Zijner heerlijkheid. ~
30 Fili 1:11| zijn tot heerlijkheid en prijs van God. ~
31 Fili 3:14| ik naar het wit, tot den prijs der roeping Gods, die van
32 1Pet 2:14| der kwaaddoeners, maar tot prijs dergenen, die goed doen. ~
|