Book Chapter: Verse

 1 Gen  45:17 |        een adderslang nevens het pad, bijtende des paards verzenen,
 2 Num  22:24 |          des HEEREN stond in een pad der wijngaarden, zijnde
 3 Job  16:22 |          aankomen, en ik zal het pad henengaan, waardoor ik niet
 4 Job  18:10 |    verborgen, en zijn val op het pad.
 5 Job  22:15 |                  15 Hebt gij het pad der eeuw waargenomen, dat
 6 Job  28:7  |         7 De roofvogel heeft het pad niet gekend, en het oog
 7 Job  30:13 |               13 Zij breken mijn pad af, zij bevorderen mijn
 8 Job  40:23 |     Achter zich verlicht hij het pad; men zou den afgrond voor
 9 Psa  16:11 |              11 Gij zult mij het pad des levens bekend maken;
10 Psa  19:6  |     vrolijk als een held, om het pad te lopen. ~
11 Psa  27:11 |        en leid mij in het rechte pad, om mijner verspieders wil. ~
12 Psa  44:19 |         onze gang geweken van Uw pad. ~
13 Psa  77:20 |         weg was in de zee, en Uw pad in grote wateren, en Uw
14 Psa  78:50 |                  50 Hij woog een pad voor Zijn toorn; Hij onttrok
15 Psa 119:9  |   Waarmede zal de jongeling zijn pad zuiver houden? Als hij dat
16 Psa 119:35 |        35  Doe mij treden op het pad Uwer geboden, want daarin
17 Psa 119:105|           en een licht voor mijn pad. ~
18 Psa 119:128|        gehouden; maar alle valse pad heb ik gehaat. ~
19 Psa 142:4  | overstelpt was, zo hebt Gij mijn pad gekend. Zij hebben mij een
20 Spre   1:15|        weg; weer uw voet van hun pad. ~
21 Spre   2:9 |       billijkheden, en alle goed pad. ~
22 Spre   4:14|          14      Kom niet op het pad der goddelozen, en treed
23 Spre   4:18|                 18      Maar het pad der rechtvaardigen is gelijk
24 Spre   5:6 |             6      Opdat gij het pad des levens niet zoudt wegen,
25 Spre  10:17|                      17      Het pad tot het leven is desgenen
26 Spre  12:28|                   28      In het pad der gerechtigheid is het
27 Spre  15:10| onaangenaam voor dengene die het pad verlaat; en die de bestraffing
28 Spre  15:19|       als een doornheg; maar het pad der oprechten is wel gebaand. ~
29 Jes  26:7  |                       7      Het pad des rechtvaardigen is geheel
30 Jes  40:14 |         en Hem zou leren van het pad des rechts, en Hem wetenschap
31 Jes  41:3  |     doortrok met vrede, door een pad, hetwelk hij met zijn voeten
32 Jes  43:16 |         in de sterke wateren een pad maakte; ~