Book Chapter: Verse
1 Exo 13:13| der ezelin opent, zult gij lossen met een lam; wanneer gij
2 Exo 13:13| onder uw zonen zult gij lossen. ~
3 Exo 21:8 | heeft, zo zal hij haar doen lossen; aan een vreemd volk haar
4 Exo 34:43| gij met een stuk klein vee lossen; maar indien gij hem niet
5 Exo 34:43| indien gij hem niet zult lossen, zo zult gij hem den nek
6 Exo 34:43| eerstgeborenen uwer zonen zult gij lossen, en men zal voor Mijn aangezicht
7 Lev 24:25| verkochte zijns broeders lossen. ~
8 Lev 24:48| van zijn broeders zal hem lossen; ~
9 Lev 24:49| zoon zijns ooms, zal hem lossen, of die uit de naasten zijns
10 Lev 24:49| zijn geslacht is, zal hem lossen; of heeft zijn hand wat
11 Lev 26:13| Maar indien hij het immers lossen zal, zo zal hij deszelfs
12 Lev 26:15| geheiligd heeft, zijn huis zal lossen, zo zal hij een vijfde deel
13 Lev 26:19| heeft, denzelven ganselijk lossen zal, zo zal hij een vijfde
14 Lev 26:20| hij dien akker niet zal lossen, of indien hij dien akker
15 Lev 26:27| onrein beest, hij zal dat lossen naar uw schatting, en zal
16 Lev 26:31| zijn tienden immer iets lossen zal, hij zal zijn vijfde
17 Num 18:28| mensen zult gij ganselijk lossen; ook zult gij lossen der
18 Num 18:28| ganselijk lossen; ook zult gij lossen der eerstgeborenen der onreine
19 Num 18:29| zult gij van een maand oud lossen, naar uw schatting, voor
20 Num 18:30| van een geit zult gij niet lossen, zij zijn heilig; hun bloed
21 Num 19:15| mensen zult gij ganselijk lossen; ook zult gij lossen der
22 Num 19:15| ganselijk lossen; ook zult gij lossen der eerstgeborenen der onreine
23 Num 19:16| zult gij van een maand oud lossen, naar uw schatting, voor
24 Num 19:17| van een geit zult gij niet lossen, zij zijn heilig; hun bloed
25 Rut 3:13| hij u lost, goed, laat hem lossen; maar indien het hem niet
26 Rut 3:13| indien het hem niet lust u te lossen, zo zal ik u lossen, zo
27 Rut 3:13| u te lossen, zo zal ik u lossen, zo waarachtig als de HEERE
28 Rut 4:4 | mijns volks; zo gij het zult lossen, los het; en zo men het
29 Rut 4:4 | zo men het ook niet zou lossen, verklaar het mij, dat ik
30 Rut 4:4 | Toen zeide hij: Ik zal het lossen. ~
31 Rut 4:6 | het voor mij niet kunnen lossen, opdat ik mijn erfdeel niet
32 Rut 4:6 | want ik zal niet kunnen lossen. ~
|