Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
kalne 1
kalno 1
kalveren 17
kamer 32
kameren 38
kamerling 7
kamerlingen 20
Frequency    [«  »]
32 hoererijen
32 johanan
32 judas
32 kamer
32 krachten
32 kruid
32 leiden

Bijbel

IntraText - Concordances

kamer

   Book Chapter: Verse
1 Gen 39:30 | wenen; en hij ging in een kamer, en weende aldaar. ~ 2 Ric 14:1 | mijn huisvrouw ingaan in de kamer; maar haar vader liet hem 3 Ric 15:9 | achterlage nu zat bij haar in een kamer. Zo zeide zij tot hem: De 4 Ric 15:12 | achterlage nu was zittende in een kamer.) Toen verbrak hij ze van 5 1Sa 9:22 | en hij bracht ze in de kamer; en hij gaf hun plaats aan 6 2Sa 13:10 | Thamar: Breng de spijze in de kamer, dat ik van uw hand ete; 7 2Sa 13:10 | haar broeder Amnon in de kamer. ~ 8 1Kon 6:6 | 6 De onderste kamer was van vijf ellen in haar 9 1Kon 20:30| en kwam in de stad van kamer in kamer. ~ 10 1Kon 20:30| in de stad van kamer in kamer. ~ 11 1Kon 22:25| dag, als gij zult gaan van kamer in kamer, om u te versteken. ~ 12 1Kon 22:25| gij zult gaan van kamer in kamer, om u te versteken. ~ 13 2Kon 9:2 | breng hem in een binnenste kamer. ~ 14 2Kon 25:11| huis des HEEREN, tot de kamer van Nathan-Melech, den hoveling, 15 2Kro 19:24| dag, als gij zult gaan van kamer in kamer, om u te versteken. ~ 16 2Kro 19:24| gij zult gaan van kamer in kamer, om u te versteken. ~ 17 Ezra 10:6 | Gods huis, en ging in de kamer van Johanan, den zoon van 18 Neh 3:30 | Berechja, tegenover zijn kamer. ~ 19 Neh 13:4 | die gesteld was over de kamer van het huis onzes Gods, 20 Neh 13:5 | En hij had hem een grote kamer gemaakt, alwaar zij te voren 21 Neh 13:7 | gedaan had, makende hem een kamer in de voorhoven van Gods 22 Neh 13:8 | van Tobia buiten, uit de kamer. ~ 23 Hoo 3:4 | had, en in de binnenste kamer van degene, die mij gebaard 24 Jer 35:4 | in des HEEREN huis, in de kamer der zonen van Hanan, den 25 Jer 35:4 | man Gods; welke is bij de kamer der oversten, die daar is 26 Jer 35:4 | oversten, die daar is boven de kamer      van Maaseja, den zoon 27 Jer 36:10 | in des HEEREN huis, in de kamer van Gemarja, den zoon van 28 Jer 36:12 | huize des konings in de kamer des schrijvers; en ziet, 29 Jer 36:20 | rol legden zij weg in de kamer van Elisama, den schrijver; 30 Jer 36:21 | en hij haalde ze uit de kamer van Elisama, den schrijver; 31 Eze 40:45 | hij sprak tot mij: Deze kamer, welker voorste deel den 32 Eze 40:46 | 46      Maar de kamer, welker voorste deel den


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License