Book Chapter: Verse
1 Matt 12:2 | discipelen doen, wat niet geoorloofd is te doen op den sabbat. ~
2 Matt 12:4 | gegeten heeft, die hem niet geoorloofd waren te eten, noch ook
3 Matt 12:10| Hem, zeggende: Is het ook geoorloofd op de sabbatdagen te genezen? (
4 Matt 12:12| het dan op de sabbatdagen geoorloofd wel te doen. ~
5 Matt 14:4 | zeide tot hem: Het is u niet geoorloofd haar te hebben. ~
6 Matt 19:3 | tot Hem: Is het een mens geoorloofd zijn vrouw te verlaten,
7 Matt 20:15| 15 Of is het mij niet geoorloofd, te doen met het mijne,
8 Matt 22:17| dan: wat dunkt U? Is het geoorloofd, den keizer schatting te
9 Matt 27:6 | nemende, zeiden: Het is niet geoorloofd, dezelve in de offerkist
10 Mark 2:24| den sabbatdag, wat niet geoorloofd is? ~
11 Mark 2:26| heeft, die niemand zijn geoorloofd te eten, dan den priesteren,
12 Mark 3:4 | Hij zeide tot hen: Is het geoorloofd op sabbatdagen goed te doen,
13 Mark 6:18| tot Herodes: Het is u niet geoorloofd de huisvrouw uws broeders
14 Mark 10:2 | vraagden Hem, of het een man geoorloofd is, zijn vrouw te verlaten,
15 Mark 12:14| in der waarheid; is het geoorloofd, den keizer schatting te
16 Luk 6:2 | Waarom doet gij, wat niet geoorloofd is te doen op de sabbatten? ~
17 Luk 6:4 | hem waren, welke niet zijn geoorloofd te eten, dan alleen den
18 Luk 6:9 | Ik zal u vragen: Wat is geoorloofd op de sabbatten, goed te
19 Luk 14:3 | Farizeen, en sprak: Is het ook geoorloofd op den sabbat gezond te
20 Luk 20:22 | 22 Is het ons geoorloofd den keizer schatting te
21 Joha 5:10| is sabbat; het is u niet geoorloofd het beddeken te dragen. ~
22 Joha 18:31| tot hem: Het is ons niet geoorloofd iemand te doden. ~
23 Hand 2:29| mannen broeders, het is mij geoorloofd vrij uit tot u te spreken
24 Hand 10:21| verkondigen zeden, die ons niet geoorloofd zijn aan te nemen noch te
25 Hand 15:37| den overste: Is het mij geoorloofd tot u wat te spreken? En
26 Hand 16:25| daar stond: Is het ulieden geoorloofd een Romeinsen mens, en dien
27 Hand 20:1 | zeide tot Paulus: Het is u geoorloofd voor uzelven te spreken.
28 1Kor 6:12| 12 Alle dingen zijn mij geoorloofd, maar alle dingen zijn niet
29 1Kor 6:12| oorbaar; alle dingen zijn mij geoorloofd, maar ik zal onder de macht
30 1Kor 10:23| 23 Alle dingen zijn mij geoorloofd, maar alle dingen zijn niet
31 1Kor 10:23| oorbaar; alle dingen zijn mij geoorloofd, maar alle dingen stichten
32 2Kor 12:4 | woorden, die het een mens niet geoorloofd is te spreken.
|