Book Chapter: Verse

 1 1Kon  17:12|      zie ik heb een paar houten gelezen, en ik ga heen, en zal het
 2 2Kon   5:7 |     koning van Israel den brief gelezen had, dat hij zijn klederen
 3 2Kon  21:14|    boden hand ontvangen, en die gelezen had, ging hij op in het
 4 2Kon  24:16|          dat de koning van Juda gelezen heeft. ~
 5 2Kro  34:24| aangezicht des konings van Juda gelezen heeft. ~
 6 Ezra   4:18|     hebt, is duidelijk voor mij gelezen. ~
 7 Ezra   4:23| schrijver, en hun gezelschappen gelezen was, togen zij in haast
 8 Neh  13:1  |          1 Te dien dage werd er gelezen in het boek van Mozes, voor
 9 Est  30:1  |    tegenwoordigheid des konings gelezen. ~
10 Jes  37:14 |    boden hand ontvangen, en die gelezen had, ging hij op in het
11 Jer  29:29 |       priester, had dezen brief gelezen voor de oren van den profeet
12 Jer  36:14 |     voor de oren des volks      gelezen hebt, neem die in uw hand,
13 Jer  36:23 |    Jehudi drie stukken, of vier gelezen had, versneed hij ze met
14 Matt  12:3 |    zeide tot hen: Hebt gij niet gelezen, wat David gedaan heeft,
15 Matt  12:5 |              5 Of hebt gij niet gelezen in de wet, dat de priesters
16 Matt  19:4 |    zeide tot hen: Hebt gij niet gelezen, Die van den beginne den
17 Matt  21:16|         hen: Ja; hebt gij nooit gelezen: Uit de mond der jonge kinderen
18 Matt  21:42|         tot hen: Hebt gij nooit gelezen in de Schriften: De steen,
19 Matt  22:31|        der doden, hebt gij niet gelezen, hetgeen van God tot ulieden
20 Mark   2:25|         tot hen: Hebt gij nooit gelezen, wat David gedaan heeft,
21 Mark  12:10|       gij ook deze Schrift niet gelezen: De steen, dien de bouwlieden
22 Mark  12:26|    zullen worden, hebt gij niet gelezen in het boek van Mozes, hoe
23 Luk   6:3  |    zeide: Hebt gij ook dat niet gelezen, hetwelk David deed, wanneer
24 Hand   7:27|         die op elken sabbat dag gelezen worden, Hem veroordelende,
25 Hand   9:21|    elken sabbat in de synagogen gelezen. ~
26 Hand   9:31|                 31 En zij, dien gelezen hebbende, verblijdden zich
27 Hand  17:34|        de stadhouder, den brief gelezen hebbende, vraagde, uit wat
28 2Kor   3:2 |       in onze harten, bekend en gelezen van alle mensen; ~
29 2Kor   3:15| huidigen dag toe, wanneer Mozes gelezen wordt, ligt een deksel op
30 Kol   4:16 |        deze zendbrief van u zal gelezen zijn, maakt, dat hij ook
31 Kol   4:16 |        gemeente der Laodicensen gelezen worde, en dat ook gij dien
32 1The   5:27|       al den heiligen broederen gelezen worde. ~