Book Chapter: Verse

 1 Gen  26:12 |       de engelen Gods klommen daarbij op en neder. ~
 2 Exo  22:15 |           15 Indien zijn heer daarbij geweest is, hij zal het
 3 Exo  34:16 |       en Uw volk? Is het niet daarbij, dat Gij met ons gaat? Alzo
 4 Num   1:51 | oprichten; en de vreemde, die daarbij komt, zal gedood worden. ~
 5 Deu  25:8  |       spreken; blijft hij dan daarbij staan, en zegt: Het bevalt
 6 Ric   5:25 |       en houw af het bos, dat daarbij is. ~
 7 Ric   5:28 |   omgeworpen, en de haag, die daarbij was, afgehouwen, en die
 8 Ric   5:30 |     en omdat hij de haag, die daarbij was, afgehouwen heeft. ~
 9 1Sa   6:15 |      af en het koffertje, dat daarbij was, waarin de gouden kleinoden
10 1Kon  13:24|     den weg, en de ezel stond daarbij; ook stond de leeuw bij
11 Neh   7:3  |    heet wordt, en terwijl zij daarbij staan, laat hen de deuren
12 Spre  15:16|    een grote schat, en onrust daarbij. ~
13 Spre  15:17|       een gemeste os, en haat daarbij. ~
14 Spre  17:1 |       Een droge bete, en rust daarbij, is beter, dan een huis
15 Jes  13:15 |  doorstoken worden, en al wie daarbij gevoegd is, zal door het
16 Jes  44:19 |  brood gebakken, ik heb vlees daarbij gebraden, en heb het gegeten;
17 Eze  39:15 |      zo zal hij een merkteken daarbij oprichten; totdat de doodgravers
18 Zac   3:5  |     de Engel des HEEREN stond daarbij. ~
19 Mark  11:13|      denzelven zou vinden; en daarbij gekomen zijnde, vond Hij
20 Mark  14:47|       47 En een dergenen, die daarbij stonden, het zwaard trekkende,
21 Mark  14:69|       zeggen tot degenen, die daarbij stonden: Deze is een van
22 Mark  14:70|     En een weinig daarna, die daarbij stonden, zeiden wederom
23 Mark  15:35|        35 En sommigen van die daarbij stonden, dit horende, zeiden:
24 Mark  15:39|    hoofdman over honderd, die daarbij tegenover Hem stond, ziende,
25 Luk   2:38 |      deze, te dierzelfder ure daarbij komende, heeft insgelijks
26 Luk  10:40 |    bezig met veel dienens, en daarbij komende, zeide zij: Heere,
27 Luk  19:11 |       dat hoorden, voegde Hij daarbij, en zeide een gelijkenis;
28 Joha  18:22|      een van de dienaren, die daarbij stond, Jezus een kinnebakslag,
29 Joha  19:26|   discipel, dien Hij liefhad, daarbij staande, zeide tot Zijn
30 Hand  17:4 |                      4 En die daarbij stonden, zeiden: Scheldt
31 Gal   3:19 |      om der overtredingen wil daarbij gesteld, totdat het zaad
32 Jako   1:25|       die der vrijheid is, en daarbij blijft, deze, geen vergetelijk