Book Chapter: Verse

 1 Gen  14:19|   Gezegend zij Abram Gode, de Allerhoogste, Die hemel en aarde bezit! ~
 2 Gen  14:20|         20 En gezegend zij de allerhoogste God, Die uw vijanden in
 3 Gen  14:22|  opgeheven tot den HEERE, den allerhoogste God, Die hemel en aarde
 4 Deu  32:8 |                     8 Toen de Allerhoogste aan de volken de erfenis
 5 2Sa  22:14| donderde van den hemel, en de Allerhoogste gaf Zijn stem. ~
 6 Psa   9:3 |    zal Uw Naam psalmzingen, o Allerhoogste! ~
 7 Psa  18:14|  donderde in den hemel, en de Allerhoogste gaf Zijn stem, hagel en
 8 Psa  47:3 |           3 Want de HEERE, de Allerhoogste, is vreselijk, een groot
 9 Psa  50:14|     Gode dank, en betaalt den Allerhoogste uw geloften. ~
10 Psa  56:3 |       heb veel bestrijders, o Allerhoogste! ~
11 Psa  57:3 |       zal roepen tot God, den Allerhoogste, tot God, Die het aan mij
12 Psa  73:11|       wetenschap zijn bij den Allerhoogste? ~
13 Psa  78:17|   zondigen, verbitterende den Allerhoogste in de dorre wildernis. ~
14 Psa  78:35|     Rotssteen was, en God, de Allerhoogste, hun Verlosser. ~
15 Psa  78:56|      en verbitterden God, den Allerhoogste, en onderhielden Zijn getuigenissen
16 Psa  83:19|     Uw Naam zijt de HEERE, de Allerhoogste over de ganse aarde. ~
17 Psa  87:5 |      is daarin geboren; en de Allerhoogste Zelf zal hen bevestigen. ~
18 Psa  91:9 |       zijt mijn Toevlucht! De Allerhoogste hebt gij gesteld tot uw
19 Psa  92:2 |      en Uw Naam psalmzinge, o Allerhoogste! ~
20 Psa  92:9 |            9 Maar Gij zijt de Allerhoogste in eeuwigheid de HEERE! ~
21 Psa  97:9 |      Want Gij, HEERE! zijt de Allerhoogste over de gehele aarde; Gij
22 Jes  14:14|    wolken klimmen, ik zal den Allerhoogste gelijk worden. ~
23 Dan   4:2 |   tekenen en wonderen, die de allerhoogste God aan mij gedaan heeft. ~
24 Dan   4:17|     levenden bekennen, dat de Allerhoogste heerschappij heeft over
25 Dan   4:25|     totdat gij bekent, dat de Allerhoogste heerschappij heeft over
26 Dan   4:32|     totdat gij bekent, dat de Allerhoogste over de koninkrijken der
27 Dan   4:34|      in mij; en ik loofde den Allerhoogste, en ik prees en verheerlijkte
28 Dan   5:18|       u aangaat, o koning! de allerhoogste God heeft uw vader Nebukadnezar
29 Dan   5:21|      hij bekende, dat God, de Allerhoogste, Heerser is over de koninkrijken
30 Dan   7:25|     woorden spreken tegen den Allerhoogste, en het zal de heiligen
31 Hos   7:16|       zich, maar niet tot den Allerhoogste, zij zijn als een bedrieglijke
32 Hos  11:7 |    zij roepen het wel tot den Allerhoogste, maar niet een verhoogt