Book Chapter: Verse
1 Exo 22:29 | 29 Uw volheid en uw tranen zult gij niet
2 Num 18:40 | den dorsvloer, en als de volheid van de perskuip. ~
3 Num 19:27 | den dorsvloer, en als de volheid van de perskuip. ~
4 Deu 22:9 | tweeerlei bezaaien; opdat de volheid des zaads, dat gij zult
5 Deu 33:16 | uitnemendste der aarde en haar volheid, en van de goedgunstigheid
6 1Kro 16:32| Dat de zee bruise met haar volheid, dat het veld huppele van
7 Psa 24:1 | HEEREN, mitsgaders haar volheid, de wereld, en die daarin
8 Psa 50:12 | Mijn is de wereld en haar volheid. ~
9 Psa 89:12 | aarde Uwe; de wereld en haar volheid, die hebt Gij gegrond. ~
10 Psa 96:11 | dat de zee bruise met haar volheid. ~
11 Psa 98:7 | 7De zee bruise met haar volheid, de wereld met degenen,
12 Jes 34:1 | de aarde hore, en haar volheid, de wereld en al wat daaruit
13 Jer 8:16 | land opeten en diens volheid, de stad en die daarin wonen. ~
14 Jer 47:2 | overlopen het land en de volheid van hetzelve, de stad en
15 Eze 12:19 | woest zal worden van zijn volheid, vanwege het geweld van
16 Eze 19:7 | zodat het land en zijn volheid ontzet werd van de stem
17 Eze 30:12 | Ik zal het land met zijn volheid verwoesten door de hand
18 Eze 32:15 | verwoesting, en het land van zijn volheid zal woest zijn geworden,
19 Amos 6:8 | Ik de stad en haar volheid overleveren. ~
20 Mic 1:2 | aarde, mitsgaders derzelver volheid! de Heere HEERE nu zal tot
21 Joha 1:16| 16 En uit Zijn volheid hebben wij allen ontvangen,
22 Rom 11:12 | heidenen, hoeveel te meer hun volheid! ~
23 Rom 11:25 | Israel gekomen is, totdat de volheid der heidenen zal ingegaan
24 1Kor 10:26| aarde is des Heeren, en de volheid derzelve. ~
25 1Kor 10:28| aarde is des Heeren, en de volheid derzelve. ~
26 Gal 4:4 | 4 Maar wanneer de volheid des tijds gekomen is, heeft
27 Efez 1:10| Om in de bedeling van de volheid der tijden, wederom alles
28 Efez 3:19| vervuld wordt tot al de volheid Gods. ~
29 Efez 4:13| mate van de grootte der volheid van Christus; ~
30 Kol 1:19 | geweest, dat in Hem al de volheid wonen zou; ~
31 Kol 2:9 | Want in Hem woont al de volheid der Godheid lichamelijk; ~
|