Book Chapter: Verse
1 Gen 21:23| 23 (En Bethuel gewon Rebekka) deze acht baarde Milka
2 Gen 23:15| te spreken, ziet, zo kwam Rebekka uit, welke aan Bethuel geboren
3 Gen 23:29| 29 En Rebekka had een broeder, wiens naam
4 Gen 23:30| de woorden zijner zuster Rebekka, zeggende: Alzo heeft die
5 Gen 23:45| mijn hart, ziet, zo kwam Rebekka uit, en had haar kruik op
6 Gen 23:51| 51 Zie, Rebekka is voor uw aangezicht; neem
7 Gen 23:53| klederen, en hij gaf die aan Rebekka; hij gaf ook aan haar broeder
8 Gen 23:58| 58 En zij riepen Rebekka, en zeiden tot haar: Zult
9 Gen 23:59| 59 Toen lieten zij Rebekka, hun zuster, en haar voedster
10 Gen 23:60| 60 En zij zegenden Rebekka, en zeiden tot haar: O,
11 Gen 23:61| 61 En Rebekka maakte zich op met haar
12 Gen 23:61| den man; en die knecht nam Rebekka, en toog heen. ~
13 Gen 23:64| 64 Rebekka hief ook haar ogen op, en
14 Gen 23:67| moeder Sara; en hij nam Rebekka, en zij werd hem ter vrouw,
15 Gen 23:87| veertig jaren oud, als hij Rebekka, de dochter van Betuel,
16 Gen 23:88| van hem verbidden, zodat Rebekka, zijn huisvrouw, zwanger
17 Gen 23:95| was naar zijn mond; maar Rebekka had Jakob lief. ~
18 Gen 24:7 | dezer plaats niet doden, om Rebekka; want zij was schoon van
19 Gen 24:8 | ziet, Izak was jokkende met Rebekka zijn huisvrouw. ~
20 Gen 24:35| deze waren voor Izak en Rebekka een bitterheid des geestes. ~
21 Gen 25:5 | 5 Rebekka nu hoorde toe, als Izak
22 Gen 25:6 | 6 Toen sprak Rebekka tot Jakob, haar zoon, zeggende:
23 Gen 25:11| 11 Toen zeide Jakob tot Rebekka, zijn moeder: Zie, mijn
24 Gen 25:15| 15 Daarna nam Rebekka de kostelijke klederen van
25 Gen 25:42| 42 Toen aan Rebekka deze woorden van Ezau, haar
26 Gen 25:46| 46 En Rebekka zeide tot Izak: Ik heb verdriet
27 Gen 26:5 | Syrier, den broeder van Rebekka, Jakobs en Ezau's moeder. ~
28 Gen 27:12| en dat hij de zoon van Rebekka was. Toen liep zij heen,
29 Gen 32:8 | Debora, de voedster van Rebekka, stierf, en zij werd begraven
30 Gen 45:31| hebben zij Izak begraven, en Rebekka, zijn huisvrouw; en daar
31 Rom 9:10| alleenlijk deze, maar ook Rebekka is daarvan een bewijs, als
|