Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
kruipend 24
kruipende 9
kruipt 13
kruis 31
kruises 5
kruisigden 3
kruisigen 7
Frequency    [«  »]
31 jongens
31 kindeken
31 knechts
31 kruis
31 ligt
31 ontdekt
31 ontstoken

Bijbel

IntraText - Concordances

kruis

   Book Chapter: Verse
1 Matt 10:38| 38 En die zijn kruis niet op zich neemt, en Mij 2 Matt 16:24| zichzelven, en neme zijn kruis op, en volge Mij. ~ 3 Matt 27:32| dwongen zij, dat hij Zijn kruis droeg. ~ 4 Matt 27:40| zijt, zo kom af van het kruis. 5 Matt 27:42| dat Hij nu afkome van het kruis, en wij zullen Hem geloven. ~ 6 Mark 8:34| zichzelven, en neme zijn kruis op, en volge Mij. ~ 7 Mark 10:21| kom herwaarts, neem het kruis op, en volg Mij. ~ 8 Mark 15:13| 13 En zij riepen wederom: Kruis Hem. ~ 9 Mark 15:14| En zij riepen te meer: Kruis Hem! ~ 10 Mark 15:21| Alexander en Rufus, dat hij Zijn kruis droeg. ~ 11 Mark 15:30| Uzelven, en kom af van het kruis. ~ 12 Mark 15:32| Israels, kome nu af van het kruis, opdat wij het zien en geloven 13 Luk 9:23 | zichzelven, en neme zijn kruis dagelijks op, en volge Mij. ~ 14 Luk 14:27 | 27 En wie zijn kruis niet draagt, en Mij navolgt, 15 Luk 23:21 | riepen daartegen, zeggende: Kruis Hem, kruis Hem! ~ 16 Luk 23:21 | daartegen, zeggende: Kruis Hem, kruis Hem! ~ 17 Luk 23:26 | akker, en legden hem het kruis op, dat hij het achter Jezus 18 Joha 19:6 | zagen, riepen zij, zeggende: Kruis Hem, kruis Hem! Pilatus 19 Joha 19:6 | zij, zeggende: Kruis Hem, kruis Hem! Pilatus zeide tot hen: 20 Joha 19:15| riepen: Neem weg, neem weg, kruis Hem! Pilatus zeide tot hen: 21 Joha 19:17| 17 En Hij, dragende Zijn kruis, ging uit naar de plaats, 22 Joha 19:19| opschrift, en zette dat op het kruis; en er was geschreven: JEZUS 23 Joha 19:25| 25 En bij het kruis van Jezus stonden Zijn moeder 24 Joha 19:31| de lichamen niet aan het kruis zouden blijven op den sabbat, 25 Hand 2:23| onrechtvaardigen aan het kruis gehecht en gedood; ~ 26 1Kor 1:17| wijsheid van woorden, opdat het kruis van Christus niet verijdeld 27 Gal 6:12 | alleenlijk opdat zij vanwege het kruis van Christus niet zouden 28 Gal 6:14 | roemen, anders dan in het kruis van onzen Heere Jezus Christus; 29 Efez 2:16| lichaam zou verzoenen door het kruis, de vijandschap aan hetzelve 30 Kol 2:14 | weggenomen, hetzelve aan het kruis genageld hebbende; ~ 31 Heb 12:2 | Hem voorgesteld was, het kruis heeft verdragen, en schande


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License