Book Chapter: Verse
1 1Sa 2:1 | vreugde op in den HEERE; mijn hoorn is verhoogd in den HEERE;
2 1Sa 2:10 | Koning sterkte geven, en den hoorn Zijns Gezalfden verhogen. ~
3 1Sa 16:1 | zij over Israel? Vul uw hoorn met olie, en ga heen; Ik
4 2Sa 22:3 | betrouwen; mijn Schild en de Hoorn mijns heils, mijn Hoog Vertrek
5 1Kro 26:5 | de woorden Gods, om den hoorn te verheffen; want God had
6 Job 16:15 | huid genaaid; ik heb mijn hoorn in het stof gedaan. ~
7 Psa 18:3 | betrouw; mijn Schild, en de Hoorn mijns heils, mijn Hoog Vertrek. ~
8 Psa 75:5 | goddelozen: Verhoogt den hoorn niet. ~
9 Psa 75:6 | 6 Verhoogt uw hoorn niet omhoog; spreekt niet
10 Psa 89:18 | door Uw welbehagen zal onze hoorn verhoogd worden. ~
11 Psa 89:25 | zullen met hem zijn; en zijn hoorn zal in Mijn Naam verhoogd
12 Psa 92:11 | 11 Maar Gij zult mijn hoorn verhogen, gelijk eens eenhoorns;
13 Psa 112:9 | in eeuwigheid; Koph. zijn hoorn zal verhoogd worden in eer. ~
14 Psa 132:17 | 17 Daar zal Ik David een hoorn doen uitspruiten; Ik heb
15 Psa 148:14 | 14 En Hij heeft den hoorn Zijns volks verhoogd, den
16 Jer 48:25 | 25 Moabs hoorn is afgesneden, en zijn arm
17 Klaa 1:25| des toorns, den gehelen hoorn Israels afgehouwen; Hij
18 Klaa 1:39| verblijd, Hij heeft den hoorn uwer tegenpartijders verhoogd. ~
19 Eze 29:21 | Te dien dage zal Ik den hoorn van het huis Israels doen
20 Dan 7:8 | ziet, een andere kleine hoorn kwam op tussen dezelve,
21 Dan 7:8 | en ziet, in dienzelven hoorn waren ogen als mensenogen,
22 Dan 7:11 | grote woorden, welke die hoorn sprak; ik zag toe, totdat
23 Dan 7:20 | afgevallen waren, namelijk dien hoorn, die ogen had, en een
24 Dan 7:21 | had gezien, dat diezelve hoorn krijg voerde tegen de heiligen,
25 Dan 8:5 | bok had een aanzienlijken hoorn tussen zijn ogen. ~
26 Dan 8:8 | geworden was, brak die grote hoorn, en er kwamen op aan deszelfs
27 Dan 8:9 | die kwam voort een kleine hoorn, welke uitnemend groot werd,
28 Dan 8:21 | Griekenland; en de grote hoorn, welke tussen zijn ogen
29 Mic 4:13 | dochter Sions! Want Ik zal uw hoorn ijzer maken, en uw klauwen
30 Zac 1:21 | neder te werpen, welke den hoorn verheven hebben tegen het
31 Luk 1:69 | 69 En heeft een hoorn der zaligheid ons opgericht,
|