Book Chapter: Verse
1 Gen 23:73 | Abraham had, gaf Abraham geschenken; en zond hen weg van zijn
2 1Sa 8:3 | de gierigheid, en namen geschenken, en bogen het recht. ~
3 2Sa 8:2 | tot knechten, brengende geschenken. ~
4 2Sa 8:6 | tot knechten, brengende geschenken; en de HEERE behoedde David
5 1Kon 4:21| van Egypte; die brachten geschenken, en dienden Salomo al de
6 1Kro 18:2 | knechten werden, brengende geschenken. ~
7 1Kro 18:6 | Davids knechten werden, geschenken brengende. En de HEERE behoedde
8 1Kro 19:2 | knechten werden, brengende geschenken. ~
9 1Kro 19:6 | Davids knechten werden, geschenken brengende. En de HEERE behoedde
10 2Kro 18:5 | en gans Juda gaf Josafat geschenken; en hij had rijkdom en eer
11 2Kro 18:11| Filistijnen brachten zij Josafat geschenken met het opgelegde geld;
12 2Kro 20:7 | personen, noch ontvanging van geschenken. ~
13 2Kro 26:8 | de Ammonieten gaven Uzzia geschenken; en zijn naam ging tot den
14 2Kro 32:23| 23 En velen brachten geschenken tot den HEERE te Jeruzalem,
15 Est 11 | landschappen rust, en hij gaf geschenken naar des konings vermogen. ~
16 Job 6:22 | gezegd: Brengt mij, en geeft geschenken voor mij van uw vermogen? ~
17 Job 15:34 | vuur verteert de tenten der geschenken. ~
18 Psa 26:10 | en welker rechterhand vol geschenken is. ~
19 Psa 72:10 | Tharsis en de eilanden zullen geschenken aanbrengen; de koningen
20 Psa 76:12 | Dien, Die te vrezen is, geschenken brengen; ~
21 Spre 15:27| beroert zijn huis; maar die geschenken haat, zal leven. ~
22 Spre 29:4 | recht; maar een, die tot geschenken genegen is, verstoort hetzelve. ~
23 Jes 1:23 | een ieder van hen heeft de geschenken lief, en zij jagen de vergeldingen
24 Jes 33:15 | uitschudt, dat zij geen geschenken behouden; die zijn
25 Eze 22:12 | 12 Zij hebben geschenken in u genomen, om bloed te
26 Dan 2:6 | kennen geeft, zo zult gij geschenken en gaven, en grote eer van
27 Dan 2:48 | en hij gaf hem vele grote geschenken, en hij stelde hem tot een
28 Mic 1:14 | 14 Daarom geef geschenken aan Morescheth-Gaths; de
29 Mic 3:11 | Haar hoofden rechten om geschenken, en haar priesters leren
30 Matt 2:11| hebbende, brachten zij Hem geschenken: goud en wierook, en mirre. ~
31 Open 11:10| bedrijven, en zullen elkander geschenken zenden; omdat deze twee
|