Book Chapter: Verse
1 Gen 37:7 | aren verslonden de zeven vette en volle aren. Toen ontwaakte
2 Gen 37:20 | koeien aten die eerste zeven vette koeien op; ~
3 Gen 41:18 | Egypteland geven, en gij zult het vette dezes lands eten. ~
4 Exo 23:18 | broden offeren; ook zal het vette Mijns feestes tot op den
5 Deu 32:14 | en der bokken, met het vette der nieren van tarwe; en
6 Ric 3:29 | tien duizend man, allen vette en allen strijdbare mannen,
7 1Sa 15:22 | slachtoffer, opmerken dan het vette der rammen. ~
8 2Sa 1:22 | der verslagenen, van het vette der helden, werd Jonathans
9 1Kon 4:23| 23 Tien vette runderen, en twintig weiderunderen,
10 1Kro 4:40| 40 En zij vonden vette en goede weide, en een land,
11 2Kro 8:7 | daar de brandofferen en het vette der dankofferen bereid had;
12 2Kro 8:7 | en het spijsoffer, en het vette niet vatten. ~
13 Neh 8:11 | hij tot hen: Gaat, eet het vette, en drinkt het zoete, en
14 Neh 9:35 | en in dat wijde en dat vette land, dat Gij voor hun aangezicht
15 Psa 81:17 | gespijsd hebben met het vette der tarwe; ja, Ik zou u
16 Psa 147:14 | Hij verzadigt u met het vette der tarwe. ~
17 Jes 1:11 | rammen, en het smeer der vette beesten, en heb geen lust
18 Jes 28:1 | is op het hoofd der zeer vette vallei, der geslagenen van
19 Jes 28:4 | die op het hoofd der zeer vette vallei is, zal zijn gelijk
20 Jes 43:24 | geld gekocht, en met het vette uwer slachtoffers hebt gij
21 Eze 34:3 | 3 Gij eet het vette, en bekleedt u met de wol,
22 Eze 34:14 | en zullen weiden in een vette weide, op de bergen
23 Eze 34:16 | zal Ik sterken; maar het vette en het sterke zal Ik
24 Eze 34:20 | Ik zal richten tussen het vette klein vee, en tussen het
25 Eze 39:19 | 19 En gij zult het vette eten tot verzadiging toe,
26 Eze 44:7 | gij Mijn brood, het vette en het bloed offerdet, en
27 Eze 44:15 | aangezicht staan, om Mij het vette en het bloed te offeren,
28 Dan 11:24 | stilheid zal hij ook in de vette plaatsen des landschaps
29 Amos 5:22| en het dankoffer van uw vette beesten mag Ik niet aanzien. ~
30 Zac 11:16 | maar het vlees van het vette zal hij eten, en derzelver
|