Book Chapter: Verse
1 Lev 13:3 | dan zal hij hem onrein verklaren. ~
2 Lev 13:6 | zal de priester hem rein verklaren; het was een verzwering;
3 Lev 13:8 | zal de priester hem onrein verklaren; het is melaatsheid.
4 Lev 13:11 | zal hem de priester onrein verklaren; hij zal hem niet doen opsluiten,
5 Lev 13:13 | die de plaag heeft, rein verklaren; zij is geheel in wit veranderd;
6 Lev 13:15 | hebben, zal hij hem onrein verklaren; dat levende vlees is onrein;
7 Lev 13:17 | die de plaag heeft, rein verklaren; hij is rein. ~
8 Lev 13:20 | zal de priester hem onrein verklaren; het is de plaag der melaatsheid,
9 Lev 13:22 | zal de priester hem onrein verklaren; het is de plaag. ~
10 Lev 13:23 | zal de priester hem rein verklaren; ~
11 Lev 13:25 | zal hem de priester onrein verklaren; het is de plaag der melaatsheid. ~
12 Lev 13:27 | zal de priester hem onrein verklaren; het is de plaag der melaatsheid. ~
13 Lev 13:28 | zal de priester hem rein verklaren, want het is de roof van
14 Lev 13:30 | zal de priester hem onrein verklaren; het is schurftheid, het
15 Lev 13:34 | zal de priester hem rein verklaren; en hij zal zijn klederen
16 Lev 13:37 | zal de priester hem rein verklaren. ~
17 Lev 13:44 | zal hem ganselijk onrein verklaren, zijn plaag is op zijn hoofd. ~
18 Lev 13:59 | vellentuig, om dat rein te verklaren, of onrein te verklaren. ~
19 Lev 13:59 | verklaren, of onrein te verklaren. ~
20 Lev 14:7 | daarna zal hij hem rein verklaren, en den levenden vogel in
21 Lev 14:48 | de priester dat huis rein verklaren, dewijl die plaag genezen
22 Ric 13:12 | dezer bruiloft wel zult verklaren en uitvinden, zo zal ik
23 Ric 13:13 | het mij niet zult kunnen verklaren, zo zult gijlieden mij geven
24 Ric 13:14 | raadsel in drie dagen niet verklaren. ~
25 Ric 13:16 | verklaard, zou ik het u dan verklaren? ~
26 Job 9:20 | Hij zal mij toch verkeerd verklaren. ~
27 Pred 3:18| mensenkinderen, dat God hen zal verklaren, en dat zij zullen zien,
28 Jer 38:15 | tot Zedekia: Als ik het u verklaren zal, zult gij mij niet zekerlijk
29 1Kor 3:13| worden; want de dag zal het verklaren, dewijl het door vuur ontdekt
30 Heb 5:11 | vele dingen, en zwaar om te verklaren, te zeggen, dewijl gij traag
|