Book Chapter: Verse
1 Gen 11:4 | een stad bouwen, en een toren, welks opperste in den hemel
2 Gen 11:5 | te bezien de stad en den toren, die de kinderen der mensen
3 Ric 7:9 | vrede wederkome, zal ik deze toren afwerpen. ~
4 Ric 7:17 | 17 En de toren van Pnuel wierp hij af,
5 Ric 8:51 | 51 Doch er was een sterke toren in het midden der stad;
6 Ric 8:52 | kwam Abimelech tot aan den toren, en bestormde dien; en hij
7 2Sa 22:51 | 51 Hij is een Toren der verlossingen Zijns konings,
8 2Kon 9:17| wachter nu stond op den toren te Jizreel, en zag den hoop
9 Neh 3:1 | heiligden ze tot aan den toren Mea, tot aan den toren Hananeel. ~
10 Neh 3:1 | den toren Mea, tot aan den toren Hananeel. ~
11 Neh 3:25 | tegen den hoek, en den hogen toren over, die van des konings
12 Neh 3:26 | oosten, en den uitstekenden toren. ~
13 Neh 3:27 | den groten uitstekenden toren, en tot aan den muur van
14 Neh 12:39 | boven de Vispoort, en den toren Hananeel, en den toren Mea,
15 Neh 12:39 | den toren Hananeel, en den toren Mea, tot aan de Schaapspoort,
16 Psa 61:4 | Toevlucht geweest, een sterke Toren voor den vijand. ~
17 Spre 18:10| des HEEREN is een Sterke Toren; de rechtvaardige zal daarhenen
18 Hoo 4:4 | Uw hals is als Davids toren, die gebouwd is tot ophanging
19 Hoo 7:4 | hals is als een elpenbenen toren, uw ogen zijn als de vijvers
20 Hoo 7:4 | Bath-rabbim; uw neus is als de toren van Libanon, die tegen Damaskus
21 Jes 2:15 | En tegen allen hogen toren, en tegen allen vasten muur; ~
22 Jes 5:2 | heeft in deszelfs midden een toren gebouwd, en ook een wijnbak
23 Jer 31:38 | herbouwd worden, van den toren Hananeel af tot aan de Hoekpoort. ~
24 Eze 29:10 | wilde eenzaamheden, van den toren van Syrene af, tot aan de
25 Eze 30:6 | zal nederdalen; van den toren van Syene af zullen zij
26 Zac 14:10 | Hoekpoort toe; en van den toren van Hananeel, tot aan des
27 Matt 21:33| wijnpersbak daarin, en bouwde een toren, en verhuurde dien den landlieden,
28 Mark 12:1 | wijnpersbak, en bouwde een toren, en verhuurde dien aan de
29 Luk 13:4 | die achttien, op welke de toren in Siloam viel, en doodde
30 Luk 14:28 | wie van u, willende een toren bouwen, zit niet eerst neder,
|