Book Chapter: Verse
1 Gen 23:83 | namen, in hun dorpen en paleizen, twaalf vorsten naar hun
2 2Kro 37:19| van Jeruzalem af, en al de paleizen daarvan verbrandden zij
3 Psa 45:9 | kassie; uit de elpenbenen paleizen, van waar zij U verblijden. ~
4 Psa 48:4 | 4 God is in haar paleizen; Hij is er bekend voor een
5 Psa 48:14 | beschouwt onderscheidenlijk haar paleizen, opdat gij het aan het navolgende
6 Psa 122:7 | vesting, welvaren in uw paleizen. ~
7 Spre 30:28| met de handen, en is in de paleizen der koningen. ~
8 Jes 13:22 | draken in de wellustige paleizen; hun tijd toch is nabij
9 Jes 23:13 | sterkten op, en bouwden hun paleizen, maar Hij heeft het
10 Jes 34:13 | 13 En in hun paleizen zullen doornen opgaan, netelen
11 Jer 6:5 | optrekken in den nacht, en haar paleizen verderven! ~
12 Jer 9:21 | vensteren, hij is in onze paleizen gekomen, om de kinderkens
13 Jer 17:27 | poorten aansteken, dat de paleizen van Jeruzalem zal verteren,
14 Jer 49:27 | Damaskus, en het zal Benhadads paleizen verteren. ~
15 Klaa 1:27| verslonden, Hij heeft al haar paleizen verslonden. Hij heeft deszelfs
16 Klaa 1:29| Hij heeft de muren harer paleizen in des vijands hand overgegeven;
17 Hos 8:14 | zijn steden, dat zal haar paleizen verteren. ~ ~
18 Amos 1:4 | Hazael zenden, dat zal de paleizen van Benhadad verteren. ~
19 Amos 1:7 | muur van Gaza, dat zal haar paleizen verteren. ~
20 Amos 1:10| van Tyrus, dat zal haar paleizen verteren. ~
21 Amos 1:12| zenden in Theman, dat zal de paleizen van Bozra verteren. ~
22 Amos 1:14| van Rabba, dat zal haar paleizen verteren; met een gejuich
23 Amos 2:2 | Moab zenden, dat zal de paleizen van Kerioth verteren; en
24 Amos 2:5 | zenden, dat zal Jeruzalems paleizen verteren. ~
25 Amos 3:9 | Doet het horen in de paleizen te Asdod, en in de paleizen
26 Amos 3:9 | paleizen te Asdod, en in de paleizen in Egypteland, en zegt:
27 Amos 3:10| spreekt de HEERE; die in hun paleizen schatten vergaderen door
28 Amos 3:11| van u nederstorten, en uw paleizen zullen uitgeplunderd worden. ~
29 Amos 6:8 | hovaardij, en Ik haat zijn paleizen; daarom zal Ik de stad
30 Mic 5:4 | en wanneer hij in onze paleizen zal treden, zo zullen wij
|