Book Chapter: Verse
1 Gen 15:3 | Abram in het land Kanaan gewoond had, en zij gaf haar aan
2 Gen 18:29 | dier steden, in welke Lot gewoond had. ~
3 Gen 29:4 | Ik heb als vreemdeling gewoond bij Laban, en heb er tot
4 Exo 12:40 | kinderen Israels in Egypte gewoond hebben, is vierhonderd jaren
5 Lev 18:3 | Egyptischen lands, waarin gij gewoond hebt; en naar de werken
6 Num 20:15 | wij in Egypte vele dagen gewoond hebben; en dat de Egyptenaars
7 Deu 2:12 | hebben in hunlieder plaats gewoond; gelijk als Israel gedaan
8 Deu 2:22 | en hebben aan hun plaats gewoond tot op dezen dag. ~
9 Deu 2:23 | verdelgd, en aan hun plaats gewoond. ~
10 Deu 29:16 | weet, hoe wij in Egypteland gewoond hebben, en hoe wij doorgetogen
11 Joz 6:25 | wat zij had; en zij heeft gewoond in het midden van Israel
12 Joz 25:2 | hebben uw vaders van ouds gewoond, namelijk Terah, de vader
13 Joz 25:7 | vele dagen in de woestijn gewoond. ~
14 Ric 10:26 | Israel driehonderd jaren gewoond heeft in Hesbon, en in haar
15 1Sa 27:11 | in der Filistijnen land gewoond heeft. ~
16 2Sa 7:6 | Want Ik heb in geen huis gewoond, van dien dag af, dat Ik
17 2Kon 17:6 | te Elath, en hebben daar gewoond tot op dezen dag. ~
18 2Kon 18:6 | te Elath, en hebben daar gewoond tot op dezen dag. ~
19 1Kro 7:29| Jozef, den zoon van Israel, gewoond. ~
20 1Kro 9:35| 35 Maar te Gibeon hadden gewoond Jeiel, de vader van Gibeon;
21 1Kro 17:5 | Want Ik heb in geen huis gewoond van dien dag af, dat Ik
22 2Kro 21:8 | 8 Zij nu hebben daarin gewoond, en zij hebben U daarin
23 Psa 74:2 | den berg Sion, waarop Gij gewoond hebt. ~
24 Psa 94:17 | ziel had bijna in de stilte gewoond. ~
25 Psa 120:6 | 6Mijn ziel heeft lang gewoond bij degenen, die den vrede
26 Jer 35:10 | En wij hebben in tenten gewoond; alzo hebben wij gehoord
27 Eze 37:25 | gegeven heb, waarin uw vaders gewoond hebben; ja, daarin zullen
28 Joha 1:14| geworden, en heeft onder ons gewoond (en wij hebben Zijn heerlijkheid
29 2Tim 1:5 | dat in u is, hetwelk eerst gewoond heeft in uw grootmoeder
30 Heb 11:9 | en heeft in tabernakelen gewoond met Izak en Jakob, die medeerfgenamen
|