Book Chapter: Verse
1 Deu 8:7 | fonteinen en diepten, die in dalen en in bergen uitvlieten; ~
2 Deu 11:11 | een land van bergen en van dalen; het drinkt water bij den
3 1Kon 2:6 | met vrede in het graf laat dalen. ~
4 1Kon 2:9 | met bloed in het graf doet dalen. ~
5 2Kon 2:16| der bergen, of in een der dalen hem geworpen heeft. Doch
6 Job 21:13 | dagen; en in een ogenblik dalen zij in het graf. ~
7 Job 30:6 | zouden in de kloven der dalen, de holen des stofs en der
8 Psa 65:11 | aarde dronken; Gij doet ze dalen in zijn voren; Gij maakt
9 Psa 65:14 | bekleed met kudden, en de dalen zijn bedekt met koren; zij
10 Psa 104:8 | 8 De bergen rezen op, de dalen daalden, ter plaatse, die
11 Psa 104:10 | fonteinen uitzendt door de dalen, dat zij tussen de gebergten
12 Psa 107:26 | rijzen op naar den hemel; zij dalen neder tot in de afgronden;
13 Psa 143:7 | dengenen, die in den kuil dalen. ~
14 Spre 5:5 | 5 Haar voeten dalen naar den dood, haar treden
15 Spre 18:8 | die geslagen zijn, en die dalen in het binnenste des buiks. ~
16 Spre 26:22| die geslagen zijn, en die dalen in het binnenste des buiks. ~
17 Hoo 2:1 | van Saron, een Lelie der dalen. ~
18 Jes 7:19 | zullen rusten in de woeste dalen, en in de kloven der steenrotsen,
19 Jes 22:7 | geschieden, dat uw uitgelezen dalen vol wagenen zullen zijn,
20 Jes 40:4 | 4 Alle dalen zullen verhoogd worden,
21 Jer 49:4 | Wat roemt gij op uw dalen? Uw dal is weggevloten,
22 Eze 6:3 | tot de beken en tot de dalen: Ziet, Ik, Ik breng over
23 Eze 7:16 | zullen zijn gelijk duiven der dalen, kermende, een ieder om
24 Eze 32:5 | henengeven op de bergen, en de dalen met uw hoogheid vervullen. ~
25 Eze 35:8 | vervullen; uw heuvelen, en uw dalen, en al uw stromen, in dezelve
26 Eze 36:4 | tot de stromen en tot de dalen, tot de verwoeste eenzame
27 Eze 36:6 | tot de stromen en tot de dalen: Zo zegt de Heere HEERE:
28 Eze 47:8 | het voorste Galilea, en dalen af in het vlakke veld; daarna
29 Mic 1:4 | onder Hem versmelten, en de dalen gekloofd worden, gelijk
30 Luk 9:12 | 12 En de dag begon te dalen; en de twaalven, tot Hem
|