Book Chapter: Verse

 1 2Sa  11:14 |  geschiedde het, dat David een brief schreef aan Joab; en hij
 2 2Sa  11:15 |      15 En hij schreef in dien brief, zeggende: Stel Uria vooraan
 3 2Kon   5:5 |       heen, kom, en ik zal een brief aan den koning van Israel
 4 2Kon   5:6 |            6 En hij bracht den brief tot den koning van Israel,
 5 2Kon   5:6 |   zeggende: Zo wanneer nu deze brief tot u zal gekomen zijn,
 6 2Kon   5:7 |       de koning van Israel den brief gelezen had, dat hij zijn
 7 2Kon  10:2 |           2 Zo wanneer nu deze brief tot u zal gekomen zijn,
 8 2Kon  10:6 |       tweeden male tot hen een brief, zeggende: Zo gij mijn zijt,
 9 2Kon  10:7 |        geschiedde dan, als die brief tot hen kwam, dat zij de
10 Ezra   4:8 |        schrijver, schreven een brief tegen Jeruzalem, aan den
11 Ezra   4:18|                          18 De brief, dien gij aan ons geschikt
12 Ezra   5:5 |        zij alsdan daarover een brief wederbrachten. ~
13 Neh   2:8  |                      8 Ook een brief aan Asaf, den bewaarder
14 Neh   6:5  |      zijn jongen, met een open brief in zijn hand. ~
15 Est  52:13 | vanwege al de woorden van dien brief, en hetgeen zij zelven daarvan
16 Est  53    |       met alle macht, om dezen brief van Purim ten tweeden male
17 Jer  29:29 |         de priester, had dezen brief gelezen voor de oren van
18 Jer  32:10 |         En ik onderschreef den brief en verzegelde dien, en deed
19 Jer  32:11 |       inzettingen, en den open brief; ~
20 Jer  32:14 |     verzegelden als dezen open brief, en doe ze in een aarden
21 Hand   9:30|        hebbende, gaven zij den brief over. ~
22 Hand  17:25|          25 En hij schreef een brief, hebbende dezen inhoud: ~
23 Hand  17:33|  Cesarea gekomen waren, en den brief den stadhouder overgeleverd
24 Hand  17:34|       34 En de stadhouder, den brief gelezen hebbende, vraagde,
25 Rom  16:22 |        22 Ik, Tertius, die den brief geschreven heb, groet u
26 1Kor   5:9 |        heb u geschreven in den brief, dat gij u niet zoudt vermengen
27 2Kor   3:2 |          2 Gijlieden zijt onze brief, geschreven in onze harten,
28 2Kor   3:3 |     zijt geworden, dat gij een brief van Christus zijt, en door
29 Gal   6:11 |            11 Ziet, hoe groten brief ik u geschreven heb met
30 2The   3:14|    iemand ons woord, door deze brief geschreven, niet gehoorzaam