Book Chapter: Verse
1 Gen 31:5 | dat hij zijn dochter Dina verontreinigd had, zo waren zijn zonen
2 Gen 31:13 | dat hij Dina, hun zuster, verontreinigd had); ~
3 Gen 31:27 | stad, omdat zij hun zuster verontreinigd hadden. ~
4 Lev 11:24 | 24 En aan deze zult gij verontreinigd worden; zo wie hun dood
5 Lev 11:43 | daaraan, dat gij daaraan verontreinigd zoudt worden. ~
6 Lev 18:24 | uitwerpe, zijn met alle deze verontreinigd; ~
7 Lev 18:28 | uitspuwe, als gij hetzelve zult verontreinigd hebben; gelijk als het het
8 Num 6:9 | van zijn Nazireerschap zou verontreinigd hebben, zo zal hij op den
9 Num 6:12 | omdat zijn Nazireerschap verontreinigd was. ~
10 Deu 24:4 | vrouwe zij, nadat zij is verontreinigd geworden; want dat is een
11 Neh 13:29 | zij het priesterdom hebben verontreinigd, ja, het verbond des priesterdoms
12 Psa 79:1 | den tempel Uwer heiligheid verontreinigd; zij hebben Jeruzalem tot
13 Jer 2:23 | Hoe zegt gij: Ik ben niet verontreinigd, ik heb de Baals niet nagewandeld?
14 Eze 4:14 | zie, mijn ziel is niet verontreinigd geweest; want ik heb, van
15 Eze 5:11 | omdat gij Mijn heiligdom verontreinigd hebt met al uw verfoeiselen,
16 Eze 20:30 | de Heere HEERE: Zijt gij verontreinigd geworden in den weg uwer
17 Eze 20:31 | doen doorgaan, zijt gij verontreinigd aan al uw drekgoden tot
18 Eze 20:43 | handelingen waarmede gij u verontreinigd hebt, en gij zult van u
19 Eze 22:4 | gemaakt hebt, hebt gij u verontreinigd, en hebt uw dagen doen naderen,
20 Eze 22:11 | vrouw met schandelijkheid verontreinigd; nog een ander heeft in
21 Eze 23:13 | Toen zag Ik, dat zij verontreinigd was; zij hadden beiden enerlei
22 Eze 23:30 | gij u met hun drekgoden verontreinigd hebt. ~
23 Eze 23:38 | heiligdom ten zelven dage verontreinigd, en Mijn sabbatten ontheiligd. ~
24 Eze 36:18 | drekgoden, waarmede zij dat verontreinigd hadden. ~
25 Hos 5:3 | nu hoereert, en Israel verontreinigd is. ~
26 Hos 6:10 | Efraims hoererij, Israel is verontreinigd. ~
27 Mic 2:10 | rust niet zijn; omdat het verontreinigd is, zal het u verderven,
28 Mal 1:7 | Gij brengt op Mijn altaar verontreinigd brood, en zegt: Waarmede
29 Joha 18:28| rechthuis, opdat zij niet verontreinigd zouden worden, maar opdat
|