Book Chapter: Verse
1 Exo 34:36 | opgerichte beelden zult gij verbreken, en hun bossen zult gij
2 Lev 25:19 | hovaardigheid uwer kracht verbreken, en zal uw hemel als ijzer
3 Deu 7:5 | en hun opgerichte beelden verbreken, en hun bossen zult gij
4 Deu 12:3 | en hun opgerichte beelden verbreken, en hun bossen met vuur
5 Ric 2:1 | verbond met ulieden niet verbreken in eeuwigheid. ~
6 Jes 14:25 | Ik Assur in Mijn land zal verbreken, en hem op Mijn bergen vertreden;
7 Jes 28:13 | achterwaarts vallen, en verbreken, en verstrikt en gevangen
8 Jes 30:14 | 14 Ja, Hij zal ze verbreken, gelijk een pottenbakkerskruik
9 Jes 42:3 | gekrookte riet zal Hij niet verbreken, en de rokende vlaswiek
10 Jes 45:2 | de koperen deuren zal Ik verbreken, en de ijzeren grendelen
11 Jer 15:12 | van het noorden of koper verbreken? ~
12 Jer 19:10 | Dan zult gij de kruik verbreken voor de ogen der mannen,
13 Jer 19:11 | Ik dit volk en deze stad verbreken, gelijk als men een pottenbakkersvat
14 Jer 28:4 | juk des konings van Babel verbreken. ~
15 Jer 28:11 | zegt de HEERE: Alzo zal Ik verbreken het juk van Nebukadnezar,
16 Jer 30:8 | Ik zijn juk van uw hals verbreken, en uw banden verscheuren
17 Jer 43:13 | hetwelk in Egypteland is, verbreken; en hij zal de huizen der
18 Jer 49:35 | heirscharen: Ziet, Ik zal verbreken Elams boog, het voornaamste
19 Klaa 1:15| om mijn jongelingen te verbreken; de Heere heeft de
20 Eze 30:18 | juk van Egypte aldaar zal verbreken, en de hovaardij harer sterkte
21 Eze 30:22 | Egypte, en zal zijn armen verbreken, beide den sterken en den
22 Eze 30:24 | maar Farao's armen zal Ik verbreken, dat hij voor zijn aangezicht
23 Dan 2:40 | alzo zal het vermalen en verbreken. ~
24 Hos 1:5 | geschieden, dat Ik Israels boog verbreken zal, in het dal van Jizreel. ~
25 Hos 2:17 | en den krijg van de aarde verbreken, en zal hen in zekerheid
26 Amos 1:5 | den grendel van Damaskus verbreken, en zal uitroeien den inwoner
27 Mic 3:3 | afstropen, en hun beenderen verbreken; en vaneen leggen, gelijk
28 Matt 12:20| gekrookte riet zal Hij niet verbreken, en het rokende lemmet zal
29 1Joh 3:8 | Hij de werken des duivels verbreken zou. ~
|