Book Chapter: Verse
1 Ezra 9:2 | de hand der vorsten en overheden is de eerste geweest in
2 Neh 2:16 | 16 En de overheden wisten niet, waar ik heengegaan
3 Neh 2:16 | priesteren, en den edelen, en overheden, en den anderen, die het
4 Neh 4:14 | tot de edelen, en tot de overheden, en tot het overige des
5 Neh 4:19 | tot de edelen, en tot de overheden, en tot het overige des
6 Neh 5:7 | met de edelen, en met de overheden, en zeide tot hen: Gijlieden
7 Neh 5:17 | zijn van de Joden en van de overheden honderd en vijftig man,
8 Neh 7:5 | dat ik de edelen, en de overheden, en het volk verzamelde,
9 Neh 12:40 | ook ik en de helft der overheden met mij. ~
10 Neh 13:11 | 11 En ik twistte met de overheden, en zeide: Waarom is het
11 Jes 41:25 | en hij zal komen over de overheden als over leem, en gelijk
12 Jer 51:23 | slaan landvoogden en overheden. ~
13 Jer 51:28 | haar landvoogden en al haar overheden, ja, het ganse land harer
14 Jer 51:57 | haar landvoogden, en haar overheden, en haar helden dronken
15 Eze 23:6 | hemelsblauw, vorsten en overheden, altemaal gewenste jongelingen,
16 Eze 23:12 | van Assur, de vorsten en overheden, die nabij waren, bekleed
17 Eze 23:23 | jongelingen, die allen vorsten en overheden zijn, hoofdmannen en
18 Dan 2:48 | en een overste der overheden over al de wijzen van Babel. ~
19 Dan 3:2 | verzamelen, de stadhouders, de overheden, en de landvoogden, de wethouders,
20 Dan 3:3 | zich de stadhouders, de overheden, de landvoogden, de wethouders,
21 Dan 3:27 | vergaderden de stadhouders, de overheden, en de landvoogden, en de
22 Dan 6:8 | de vorsten des rijks, de overheden en stadhouders, de raadsheren
23 Luk 12:11 | de synagogen, en tot de overheden en de machten, zo zijt niet
24 Rom 8:38 | leven, noch engelen, noch overheden, noch machten, noch tegenwoordige,
25 Efez 3:10| bekend gemaakt worde aan de overheden en de machten in den hemel
26 Efez 6:12| en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen
27 Kol 1:16 | hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten; alle dingen
28 Kol 2:15 | 15 En de overheden en de machten uitgetogen
29 Tit 3:1 | Vermaan hen, dat zij aan de overheden en machten onderdanig zijn,
|