Book Chapter: Verse
1 Exo 3:8 | en der Hevieten, en der Jebusieten. ~
2 Exo 3:17 | en der Hevieten, en der Jebusieten; tot het land, vloeiende
3 Exo 13:5 | en der Hevieten, en der Jebusieten, hetwelk Hij uw vaderen
4 Exo 23:23 | Kanaanieten, Hevieten, en Jebusieten; en Ik zal hen verdelgen. ~
5 Exo 34:2 | Ferezieten, de Hevieten, en de Jebusieten), ~
6 Exo 34:34 | Ferezieten, en de Hevieten, en de Jebusieten. ~
7 Num 13:29 | maar de Hethieten, en de Jebusieten, en de Amorieten wonen op
8 Deu 7:1 | Ferezieten, en de Hevieten, en de Jebusieten, zeven volken, die meerder
9 Deu 20:17 | Ferezieten, de Hevieten, en de Jebusieten, gelijk als u de HEERE,
10 Joz 3:10 | Girgazieten, en de Amorieten en de Jebusieten. ~
11 Joz 9:1 | Ferezieten, de Hevieten, en de Jebusieten; ~
12 Joz 11:3 | en de Ferezieten; en de Jebusieten op het gebergte, en de Hevieten
13 Joz 12:8 | Ferezieten, de Hevieten, en de Jebusieten. ~
14 Joz 15:63 | kinderen van Juda konden de Jebusieten, inwoners van Jeruzalem,
15 Joz 15:63 | verdrijven; alzo woonden de Jebusieten bij de kinderen van Juda
16 Joz 18:16 | Hinnom, aan de zijde der Jebusieten zuidwaarts, en gaat af aan
17 Joz 25:11 | Girgazieten, de Hevieten en de Jebusieten; doch Ik gaf hen in ulieder
18 Ric 1:21 | kinderen van Benjamin hebben de Jebusieten, te Jeruzalem wonende, niet
19 Ric 1:21 | niet verdreven; maar de Jebusieten woonden met de kinderen
20 Ric 3:5 | en der Hevieten, en der Jebusieten; ~
21 Ric 18:11 | laat ons in deze stad der Jebusieten wijken, en daarin vernachten. ~
22 2Sa 5:6 | naar Jeruzalem, tegen de Jebusieten, die in dat land woonden.
23 2Sa 5:8 | ten zelven dage: Al wie de Jebusieten slaat, en geraakt aan die
24 1Kon 9:20| Ferezieten, Hevieten, en Jebusieten, die niet waren van de kinderen
25 1Kro 11:4 | Jebus; want daar waren de Jebusieten, de inwoners des lands. ~
26 1Kro 11:6 | Want David zeide: Al wie de Jebusieten het eerst slaat, zal tot
27 2Kro 9:7 | Ferezieten, en de Hevieten, en de Jebusieten, die niet uit Israel waren; ~
28 Ezra 9:1 | Hethieten, de Ferezieten, de Jebusieten, de Ammonieten, de Moabieten,
29 Neh 9:8 | en der Ferezieten, en der Jebusieten, en der Girgasieten, dat
|