Book Chapter: Verse
1 Gen 23:58 | 58 En zij riepen Rebekka, en
2 Lev 13:58 | 58 Maar het kleed, of de werpte,
3 Num 7:58 | 58 Een geitenbok, ten zondoffer; ~
4 Num 26:58 | 58 Dit zijn de geslachten van
5 Deu 28:58 | 58 Indien gij niet zult waarnemen
6 Joz 15:58 | 58 Halhul, Beth-Zur, en Gedor, ~
7 1Sa 17:58 | 58 En Saul zeide tot hem: Wiens
8 1Kon 8:58 | 58 Neigende tot Zich ons hart,
9 1Kro 6:58 | 58 En Hilen en haar voorsteden,
10 Ezra 2:58 | 58 Al de Nethinim, en de kinderen
11 Neh 7:58 | 58 De kinderen van Jaela, de
12 Psa 58 | 58 ~
13 Psa 78:58 | 58 En zij verwekten Hem tot
14 Psa 119:58 | 58 Ik heb Uw aanschijn ernstelijk
15 Jes 59 | 58 ~
16 Jer 51:58 | 58 Zo zegt de HEERE der
17 Klaa 1:102| 58 Resch. Heere! Gij hebt
18 Eze 16:58 | 58 Hebt gij uw schandelijke
19 Matt 13:58 | 58 En Hij heeft aldaar niet
20 Matt 26:58 | 58 En Petrus volgde Hem van
21 Matt 27:58 | 58 Deze kwam tot Pilatus, en
22 Mark 14:58 | 58 Wij hebben Hem horen zeggen:
23 Luk 1:58 | 58 En die daar rondom woonden,
24 Luk 9:58 | 58 En Jezus zeide tot hem:
25 Luk 12:58 | 58 Want als gij heengaat met
26 Luk 22:58 | 58 En kort daarna een ander,
27 Joha 6:58 | 58 Dit is het Brood, dat uit
28 Joha 8:58 | 58 Jezus zeide tot hen: Voorwaar,
29 1Kor 15:58 | 58 Zo dan, mijn geliefde broeders!
|