Book Chapter: Verse
1 Gen 35:16 | mij geven, dat gij tot mij ingaat? ~
2 Exo 28:35 | het aangezicht des HEEREN, ingaat, en als hij uitgaat, opdat
3 Num 33:2 | Wanneer gij in het land Kanaan ingaat, zo zal dit land zijn, dat
4 Joz 1:11 | deze Jordaan gaan, dat gij ingaat, om te erven het land, hetwelk
5 Joz 24:7 | 7 Dat gij niet ingaat tot deze volken: deze, die
6 Spre 6:29| zijns naasten huisvrouw ingaat; al wie haar aanroert, zal
7 Pred 4:17| als gij tot het huis Gods ingaat, en zijt liever nabij om
8 Jes 23:1 | is, dat niemand er meer ingaat; uit het land Chittim is
9 Jer 7:2 | gij, die door deze poorten ingaat, om den HEERE aan te
10 Jer 17:20 | Jeruzalem, die door deze poorten ingaat! ~
11 Jer 17:27 | de poorten van Jeruzalem ingaat; zo zal Ik een vuur
12 Eze 23:44 | tot haar in, gelijk men ingaat tot een vrouw, die een hoer
13 Eze 42:9 | als iemand tot dezelve ingaat, uit het buitenste voorhof. ~
14 Eze 42:12 | oosten, als men daar ingaat. ~
15 Eze 46:8 | 8 En als de vorst ingaat, zal hij door den weg van
16 Eze 46:9 | weg van de noorderpoort ingaat om te aanbidden, zal door
17 Eze 46:9 | den weg van de zuiderpoort ingaat, zal door den weg van de
18 Matt 15:11| 11 Hetgeen ten monde ingaat, ontreinigt den mens niet;
19 Matt 15:17| niet, dat al wat ten monde ingaat, in de buik komt, en in
20 Matt 23:13| overmits gij daar niet ingaat, noch degenen, die ingaan
21 Mark 7:18| wat van buiten in den mens ingaat, hem niet kan ontreinigen? ~
22 Mark 14:14| 14 En zo waar hij ingaat, zegt tot den heer des huizes:
23 Luk 22:10 | hem in het huis, daar hij ingaat. ~
24 Joha 10:1 | zeg Ik ulieden: Die niet ingaat door de deur in den stal
25 Joha 10:2 | 2 Maar die door de deur ingaat, is een herder der schapen. ~
26 Joha 10:9 | indien iemand door Mij ingaat, die zal behouden worden;
27 Heb 6:19 | hetwelk zeker en vast is, en ingaat in het binnenste van het
28 Heb 9:25 | alle jaar in het heiligdom ingaat met vreemd bloed; ~
|