Book Chapter: Verse

 1 Num  23:24 |           het bloed der verslagenen gedronken zal hebben! ~
 2 Deu  29:6  |         sterken drank hebt gij niet gedronken; opdat gij wistet, dat Ik
 3 Deu  32:14 | druivenbloed, reinen wijn, hebt gij gedronken. ~
 4 Rut   3:7  |            7 Als nu Boaz gegeten en gedronken had, en zijn hart vrolijk
 5 1Sa   1:9  |           hij gegeten, en nadat hij gedronken had te Silo. En Eli, de
 6 1Sa   1:15 |            wijn, noch sterken drank gedronken; maar ik heb mijn ziel uitgegoten
 7 1Sa  30:12 |           brood gegeten, noch water gedronken. ~
 8 1Kon  13:22|         hebt brood gegeten en water gedronken ter plaatse, waarvan Hij
 9 1Kon  13:23|         brood gegeten, en nadat hij gedronken had, dat hij hem den ezel
10 2Kon   9:34|        ingekomen was, en gegeten en gedronken had, zeide hij: Ziet nu
11 2Kon  21:24|           24 Ik heb gegraven en heb gedronken vreemde wateren; en ik heb
12 Hoo   5:1  |           mitsgaders Mijn      melk gedronken. Eet, vrienden! drinkt,
13 Jes  37:25 |          heb gegraven en de wateren gedronken; en ik heb met mijn voetzolen
14 Jes  51:17 |             op, Jeruzalem! gij, die gedronken hebt van de hand des HEEREN
15 Jes  51:17 |            zwijmeling hebt gij      gedronken, ja, uitgezogen. ~
16 Jer  22:15 |            niet uw vader gegeten en gedronken, en recht en gerechtigheid
17 Jer  35:14 |           want zij hebben geen wijn gedronken tot op      dezen dag, maar
18 Jer  51:7  |         volken hebben van haar wijn gedronken, daarom zijn de volken dol
19 Dan   5:23 |        hebben wijn      uit dezelve gedronken, en de goden van zilver
20 Oba   1:16 |               Want gelijk gijlieden gedronken hebt op den berg Mijner
21 Luk  13:26 |         tegenwoordigheid gegeten en gedronken, en Gij hebt in onze straten
22 Luk  17:8  |            totdat ik zal gegeten en gedronken hebben; en eet en drink
23 Joha   2:10|         wijn op, en wanneer men wel gedronken heeft, alsdan den minderen;
24 Joha   4:12|            en hijzelf heeft daaruit gedronken, en zijn kinderen en zijn
25 Joha   4:14|                      14 Maar zo wie gedronken zal hebben van het water,
26 Hand   5:41|              die met Hem gegeten en gedronken hebben, nadat Hij uit de
27 1Kor  10:4 |       denzelfden geestelijken drank gedronken hebben; want zij dronken
28 Open  18:3 |          harer hoererij alle volken gedronken hebben, en de koningen der