Book Chapter: Verse

 1 Gen  40:5  |       niet, waaruit mijn heer drinkt? en waarbij hij iets zekerlijk
 2 Lev  11:34 |        en alle drank, die men drinkt, zal in alle vat onrein
 3 Deu  11:11 |      bergen en van dalen; het drinkt water bij den regen des
 4 2Kon  20:31|  ieder van zijn vijgeboom; en drinkt een ieder het water zijns
 5 Neh   8:11 |       Gaat, eet het vette, en drinkt het zoete, en zendt delen
 6 Job  21:20 |   zijn ondergang zien, en hij drinkt van de grimmigheid des Almachtigen! ~
 7 Job  34:7  |    man is er, gelijk Job? Hij drinkt de bespotting in als water; ~
 8 Spre   9:5 |        eet van Mijn brood, en drinkt van den wijn, dien Ik gemengd
 9 Spre  26:6 |  snijdt zich de voeten af, en drinkt geweld, die boodschappen
10 Hoo   5:1  |     gedronken. Eet, vrienden! drinkt, en wordt dronken, o liefsten! ~
11 Jes  29:8  | dorstige droomt, en ziet, hij drinkt; maar      als hij ontwaakt,
12 Jes  36:16 |       zijn      vijgeboom, en drinkt een ieder het water zijns
13 Jes  44:12 |    hij krachteloos wordt, hij drinkt geen      water, totdat
14 Jer  25:27 |  heirscharen, de God Israels: Drinkt, en wordt dronken, en spuwt,
15 Jer  35:5  |    voor; en ik zeide tot hen: Drinkt wijn. ~
16 Matt  26:27|       gaf hun dien, zeggende: Drinkt allen daaruit; ~
17 Mark   2:16| tollenaren en zondaren eet en drinkt? ~
18 Luk   5:30 |       zeggende: Waarom eet en drinkt gij met tollenaren en zondaren?
19 Luk   5:39 |      39 En niemand, die ouden drinkt, begeert terstond nieuwen;
20 Luk  22:30 |           30 Opdat gij eet en drinkt aan Mijn tafel in Mijn Koninkrijk,
21 Joha   4:13|      ieder, die van dit water drinkt, zal wederom dorsten: ~
22 Joha   6:53|     mensen eet, en Zijn bloed drinkt, zo hebt gij geen leven
23 Joha   6:54|      vlees eet, en Mijn bloed drinkt, die heeft het eeuwige leven;
24 Joha   6:56|      vlees eet, en Mijn bloed drinkt, die blijft in Mij, en Ik
25 1Kor  10:31| gijlieden eet, hetzij dat gij drinkt, hetzij dat gij iets anders
26 1Kor  11:27|     den drinkbeker des Heeren drinkt, die zal schuldig zijn aan
27 1Kor  11:29|      die onwaardiglijk eet en drinkt, die eet en drinkt zichzelven
28 1Kor  11:29|     eet en drinkt, die eet en drinkt zichzelven een oordeel,