Book Chapter: Verse
1 Hand 4:36| de apostelen toegenaamd Barnabas (hetwelk is, overgezet zijnde,
2 Hand 6:22| Jeruzalem was; en zij zonden Barnabas uit, dat hij het land doorging
3 Hand 6:25| 25 En Barnabas ging uit naar Tarsen, om
4 Hand 6:30| ouderlingen, door de hand van Barnabas en Saulus. ~ ~ ~ Handelingen
5 Hand 6:55| 25 Barnabas nu en Saulus keerden wederom
6 Hand 7:1 | profeten en leraars, namelijk Barnabas, en Simeon, genaamd Niger,
7 Hand 7:2 | Geest: Zondert Mij af beiden Barnabas en Saulus tot het werk,
8 Hand 7:7 | verstandigen man. Deze, Barnabas en Saulus tot zich geroepen
9 Hand 7:43| godsdienstige Jodengenoten Paulus en Barnabas; welke tot hen spraken,
10 Hand 7:46| 46 Maar Paulus en Barnabas, vrijmoedigheid gebruikende,
11 Hand 7:50| vervolging tegen Paulus en Barnabas, en wierpen ze uit hun landpalen. ~
12 Hand 8:12| 12 En zij noemden Barnabas Jupiter, en Paulus Mercurius,
13 Hand 8:14| 14 Maar de apostelen, Barnabas en Paulus, dat horende,
14 Hand 8:20| anderen daags ging hij met Barnabas uit naar Derbe. ~
15 Hand 9:2 | geschiedde bij Paulus en Barnabas tegen hen, zo hebben zij
16 Hand 9:2 | geordineerd, dat Paulus en Barnabas, en enige anderen uit hen,
17 Hand 9:12| zweeg stil, en zij hoorden Barnabas en Paulus verhalen, wat
18 Hand 9:22| verkiezen, en met Paulus en Barnabas te zenden naar Antiochie:
19 Hand 9:25| zenden, met onze geliefden, Barnabas en Paulus. ~
20 Hand 9:35| 35 En Paulus en Barnabas onthielden zich te Antiochie,
21 Hand 9:36| enige dagen zeide Paulus tot Barnabas: Laat ons nu wederkeren,
22 Hand 9:37| 37 En Barnabas ried, dat zij Johannes,
23 Hand 9:39| gescheiden zijn, en dat Barnabas Markus medenam, en naar
24 1Kor 9:6 | 6 Of hebben alleen ik en Barnabas geen macht van niet te werken? ~
25 Gal 2:1 | naar Jeruzalem opgegaan met Barnabas, ook Titus medegenomen hebbende. ~
26 Gal 2:9 | bekenden, gaven zij mij en Barnabas de rechter hand der gemeenschap,
27 Gal 2:13 | veinsden met hem; alzo dat ook Barnabas mede afgetrokken werd door
28 Kol 4:10 | en Markus, de neef van Barnabas, aangaande welken gij bevelen
|