Book Chapter: Verse
1 2Sa 24:14 | HEEREN vallen, want Zijn barmhartigheden zijn vele, maar laat mij
2 1Kro 22:13| HEEREN vallen; want Zijn barmhartigheden zijn zeer vele, maar laat
3 Neh 9:27 | gehoord, en hun naar Uw grote barmhartigheden verlossers gegeven, die
4 Neh 9:28 | gehoord, en hebt hen naar Uw barmhartigheden tot vele tijden uitgerukt. ~
5 Neh 9:31 | 31 Doch door Uw grote barmhartigheden hebt Gij hen niet vernield,
6 Psa 25:6 | Zain. Gedenk, HEERE! Uwer barmhartigheden en Uwer goedertierenheden,
7 Psa 41:12 | 12 Gij, o HEERE! zult Uw barmhartigheden van mij niet onthouden;
8 Psa 51:3 | naar de grootheid Uwer barmhartigheden. ~
9 Psa 69:17 | aan naar de grootheid Uwer barmhartigheden. ~
10 Psa 77:10 | te zijn? Heeft Hij Zijn barmhartigheden door toorn toegesloten?
11 Psa 79:8 | misdaden niet; haast U, laat Uw barmhartigheden ons voorkomen; want wij
12 Psa 103:4 | met goedertierenheid en barmhartigheden; ~
13 Psa 119:77 | 77 Laat mij Uw barmhartigheden overkomen, opdat ik leve,
14 Psa 119:156| 156 HEERE! Uw barmhartigheden zijn vele; maak mij levend
15 Psa 145:9 | aan allen goed, en Zijn barmhartigheden zijn over al Zijn werken. ~
16 Spre 12:10| van zijn beest; maar de barmhartigheden der goddelozen zijn wreed. ~
17 Jes 47:6 | doch gij beweest hun geen barmhartigheden, ja, zelfs over den oude
18 Jes 64:7 | bewezen heeft, naar Zijn barmhartigheden, en naar de veelheid Zijner
19 Jes 64:15 | Uws ingewands en Uwer barmhartigheden? Zij houden zich tegen mij
20 Jer 16:5 | vrede, goedertierenheid en barmhartigheden; ~
21 Klaa 1:66| vernield zijn, dat Zijn barmhartigheden geen einde hebben; ~
22 Dan 2:18 | zij van den God des hemels barmhartigheden verzochten over deze verborgenheid,
23 Dan 9:9 | Heere, onzen God, zijn de barmhartigheden en vergevingen, alhoewel
24 Dan 9:18 | gerechtigheden, maar op Uw barmhartigheden, die groot zijn. ~
25 Hos 2:18 | in goedertierenheid en in barmhartigheden. ~
26 Amos 1:11| heeft vervolgd, en zijn barmhartigheden verdorven; en dat zijn
27 Zac 7:9 | doet goedertierenheid en barmhartigheden, de een aan den ander; ~
28 2Kor 1:3 | Jezus Christus, de Vader der barmhartigheden, en de God aller vertroosting; ~
|