Book Chapter: Verse
1 Num 25:12 | geef hem Mijn verbond des vredes. ~
2 Psa 42:10 | 10 Zelfs de man mijns vredes, op welken ik vertrouwde,
3 Jes 9:6 | dezer heerschappij en des vredes zal geen einde zijn op den
4 Jes 32:18 | zal in een woonplaats des vredes wonen, en in welverzekerde
5 Jes 33:7 | daar buiten; de boden des vredes wenen bitterlijk. ~
6 Jes 54:10 | wijken, en het verbond Mijns vredes zal niet wankelen, zegt
7 Jes 60:8 | 8 Den weg des vredes kennen zij niet; en er is
8 Jer 25:37 | Want de landouwen des vredes zullen uitgeroeid worden,
9 Jer 29:11 | de HEERE, gedachten des vredes, en niet des kwaads, dat
10 Eze 13:16 | voor haar een gezicht des vredes zien, waar geen vrede is,
11 Eze 34:25 | En Ik zal een verbond des vredes met hen maken, en zal het
12 Eze 37:26 | En Ik zal een verbond des vredes met hen maken, het zal een
13 Zac 6:13 | Zijn troon; en de raad des vredes zal tussen die Beiden
14 Zac 8:16 | waarheid en een oordeel des vredes in uw poorten. ~
15 Luk 1:79 | te richten op den weg des vredes. ~
16 Luk 10:6 | indien aldaar een zoon des vredes is, zo zal uw vrede op hem
17 Rom 3:17 | 17 En den weg des vredes hebben zij niet gekend. ~
18 Rom 15:33 | 33 En de God des vredes zij met u allen. Amen. ~ ~ ~
19 Rom 16:20 | 20 En de God des vredes zal den satan haast onder
20 2Kor 13:11| de God der liefde en des vredes zal met u zijn. ~
21 Efez 4:3 | Geestes door den band des vredes. ~
22 Efez 6:15| bereidheid van het Evangelie des vredes; ~
23 Fili 4:9 | doet dat; en de God des vredes zal met u zijn. ~
24 1The 5:23| 23 En de God des vredes Zelf heilige u geheel en
25 2The 3:16| 16 De Heere nu des vredes Zelf geve u vrede te allen
26 Heb 7:2 | hetwelk is een koning des vredes; ~
27 Heb 13:20 | 20 De God nu des vredes, Die den grote Herder der
|