Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
nademaal 9
nadenkingen 1
nader 14
naderde 27
naderden 17
naderdet 4
nadere 3
Frequency    [«  »]
27 kostelijk
27 legeren
27 mag
27 naderde
27 nut
27 overigen
27 raderen

Bijbel

IntraText - Concordances

naderde

   Book Chapter: Verse
1 Gen 12:11 | het geschiedde, als hij naderde, om in Egypte te komen, 2 Gen 34:18 | verre; en eer hij tot hen naderde, sloegen zij tegen hem een 3 Gen 40:18 | 18 Toen naderde Juda tot hem, en zeide: 4 Exo 14:20 | de een tot den ander niet naderde den gansen nacht. ~ 5 Exo 20:21 | stond van verre; maar Mozes naderde tot de donkerheid, alwaar 6 Exo 32:19 | geschiedde, als hij aan het leger naderde, en het kalf, en de reien 7 Exo 33:19 | geschiedde, als hij aan het leger naderde, en het kalf, en de reien 8 Lev 9:5 | en de gehele vergadering naderde, en stond voor het aangezicht 9 Lev 9:8 | 8 Toen naderde Aaron tot het altaar, en 10 1Sa 9:18 | 18 En Saul naderde tot Samuel in het midden 11 1Sa 17:40 | slinger was in zijn hand; alzo naderde hij tot den Filistijn. ~ 12 1Sa 17:48 | heenging, en David tegemoet naderde, zo haastte David, en liep 13 2Sa 10:13 | 13 Toen naderde Joab, en het volk, dat bij 14 2Sa 15:5 | geschiedde ook, als iemand naderde, om zich voor hem te buigen, 15 2Sa 18:25 | en hij ging al voort en naderde. ~ 16 2Sa 20:17 | 17 Toen hij nu tot haar naderde, zeide de vrouw: Zijt gij 17 1Kon 18:21| 21 Toen naderde Elia tot het ganse volk, 18 1Kon 18:30| tot mij. En al het volk naderde tot hem; en hij heelde het 19 1Kon 18:36| offerde, dat de profeet Elia naderde, en zeide: HEERE, God van 20 2Kon 17:12| het altaar; en de koning naderde tot het altaar, en offerde 21 2Kon 18:12| het altaar; en de koning naderde tot het altaar, en offerde 22 1Kro 20:14| 14 Toen naderde Joab en het volk, dat bij 23 Dan 3:26 | 26      Toen naderde Nebukadnezar tot de deur 24 Dan 7:16 | 16      Ik naderde tot een dergenen, die daar 25 Jona 1:6 | En de opperschipper naderde tot hem, en zeide tot hem: 26 Hand 15:33| 33 Toen naderde de overste en greep hem, 27 Hand 21:27| scheepslieden, dat hun enig land naderde. ~


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License