Book Chapter: Verse
1 Est 16:4 | kennen gegeven, dat hij een Jood was. ~
2 Est 17:4 | kennen gegeven, dat hij een Jood was. ~
3 Est 29:1 | zo langen tijd als ik den Jood Mordechai zie zitten in
4 Est 30:10 | alzo aan Mordechai, den Jood, dien aan de poort des konings
5 Est 48 | den Jood: Ziet, het huis van Haman
6 Est 53 | Abichail, en Mordechai, de Jood, met alle macht, om dezen
7 Est 53:2 | gelijk als Mordechai, de Jood, over hen bevestigd had,
8 Est 56:3 | 3Want de Jood Mordechai was de tweede
9 Jer 34:9 | niemand zich van hen, van een Jood, zijn broeder, zou
10 Joha 4:9 | Hoe begeert Gij, Die een Jood zijt, van mij te drinken,
11 Joha 18:35| Pilatus antwoordde: Ben ik een Jood? Uw volk en de overpriesters
12 Hand 7:6 | een valse profeet, een Jood, wiens naam was Bar-Jezus; ~
13 Hand 12:2 | 2 En vond een zekeren Jood, met name Aquila, van geboorte
14 Hand 12:24| 24 En een zeker Jood, met name Apollos, van geboorte
15 Hand 13:34| verstonden, dat hij een Jood was, werd er een stem van
16 Rom 1:16 | die gelooft, eerst den Jood, en ook den Griek. ~
17 Rom 2:9 | kwade werkt, eerst van den Jood, en ook van den Griek; ~
18 Rom 2:10 | het goede werkt, eerst den Jood, en ook den Griek. ~
19 Rom 2:17 | 17 Zie, gij wordt een Jood genaamd en rust op de wet;
20 Rom 2:28 | 28 Want die is niet een Jood, die het in het openbaar
21 Rom 2:29 | 29 Maar die is een Jood, die het in het verborgen
22 Rom 3:1 | dan het voordeel van den Jood? Of welk is de nuttigheid
23 Rom 10:12 | geen onderscheid, noch van Jood noch van Griek; want eenzelfde
24 1Kor 9:20| den Joden geworden als een Jood, opdat ik de Joden winnen
25 Gal 2:14 | tegenwoordigheid: Indien gij, die een Jood zijt, naar heidense wijze
26 Gal 3:28 | 28 Daarin is noch Jood noch Griek; daarin is noch
27 Kol 3:11 | Waarin niet is Griek en Jood, besnijdenis en voorhuid,
|