Book Chapter: Verse
1 1Kro 4:17| 17 En de kinderen van Ezra waren Jether, en Mered,
2 Ezra | Ezra~ ~
3 Ezra 7:1 | Arthahsasta, koning van Perzie: Ezra, de zoon van Seraja, den
4 Ezra 7:6 | 6 Deze Ezra toog op uit Babel; en hij
5 Ezra 7:10| 10 Want Ezra had zijn hart gericht, om
6 Ezra 7:11| koning Arthahsasta gaf aan Ezra, den priester, den schriftgeleerde;
7 Ezra 7:12| koning der koningen, aan Ezra, den priester, den schriftgeleerde
8 Ezra 7:21| rivier zijt, dat alles, wat Ezra, de priester, de schriftgeleerde
9 Ezra 7:25| 25 En gij, Ezra, naar de wijsheid uws Gods,
10 Ezra 10:1 | 1 Als Ezra alzo bad, en als hij deze
11 Ezra 10:2 | zonen van Elam, en zeide tot Ezra: Wij hebben overtreden tegen
12 Ezra 10:5 | 5 Toen stond Ezra op, en deed de oversten
13 Ezra 10:6 | 6 En Ezra stond op van voor Gods huis,
14 Ezra 10:10| 10 Toen stond Ezra, de priester, op en zeide
15 Ezra 10:16| gevangenis deden alzo; en Ezra, de priester, met de mannen,
16 Neh 8:2 | Waterpoort; en zij zeiden tot Ezra, den schriftgeleerde, dat
17 Neh 8:3 | 3 En Ezra, de priester, bracht de
18 Neh 8:5 | 5 En Ezra, de schriftgeleerde, stond
19 Neh 8:6 | 6 En Ezra opende het boek voor de
20 Neh 8:7 | 7 En Ezra loofde den HEERE, den groten
21 Neh 8:10 | dezelve is Hattirsatha) en Ezra, de priester, de schriftgeleerde,
22 Neh 8:14 | priesters en de Levieten, tot Ezra, den schriftgeleerde, en
23 Neh 12:1 | optogen: Seraja, Jeremia, Ezra, ~
24 Neh 12:13 | 13 Van Ezra, Mesullam; van Amarja, Johanan; ~
25 Neh 12:26 | landvoogd, en van den priester Ezra, den schriftgeleerde. ~
26 Neh 12:33 | 33 En Azarja, Ezra, en Mesullam, ~
27 Neh 12:36 | David, den man Gods; en Ezra, de schriftgeleerde, ging
|