Book Chapter: Verse
1 2Sa 4:2 | twee mannen, oversten van benden; de naam des enen was Baena,
2 2Kon 5:2 | 2 En er waren benden uit Syrie getogen, en hadden
3 2Kon 6:23| tot hun heer. Zo kwamen de benden der Syriers niet meer in
4 2Kon 14:20| en zij begroeven hem. De benden nu der Moabieten kwamen
5 2Kon 26:2 | HEERE zond tegen hem de benden der Chaldeen, en de benden
6 2Kon 26:2 | benden der Chaldeen, en de benden der Syriers, en de benden
7 2Kon 26:2 | benden der Syriers, en de benden der Moabieten, en de benden
8 2Kon 26:2 | benden der Moabieten, en de benden der kinderen Ammons, en
9 1Kro 12:18| stelde hen tot hoofden der benden. ~
10 1Kro 12:21| hielpen David mede tegen die benden; want alle dezen waren kloeke
11 2Kro 25:9 | talenten, die ik aan de benden van Israel gegeven heb?
12 2Kro 25:10| Amazia die af, te weten de benden, die uit Efraim tot hem
13 2Kro 25:13| 13 Maar de mannen der benden, die Amazia had doen wederkeren,
14 2Kro 26:11| uittrekkende ten heire bij benden, naar het getal hunner monstering,
15 Job 19:12 | 12 Zijn benden zijn te zamen aangekomen,
16 Job 25:3 | 3Is er een getal Zijner benden? En over wien staat Zijn
17 Job 29:25 | als een koning onder de benden, als een, die treurigen
18 Eze 12:14 | tot zijn hulp, en al zijn benden zal Ik in alle winden verstrooien;
19 Eze 17:21 | vluchtelingen met al zijn benden door het zwaard vallen,
20 Eze 38:6 | 6 Gomer en al zijn benden, en het huis van Togarma,
21 Eze 38:6 | het noorden, en al zijn benden; vele volken met u. ~
22 Eze 38:9 | te bedekken; gij en al uw benden, en vele volken met u. ~
23 Eze 38:22 | regenen op hem, en op zijn benden, en op de vele volken,
24 Eze 39:4 | gij vallen, gij en al uw benden, en de volken, die met u
25 Hos 6:9 | 9 Gelijk de benden der straatschenders op iemand
26 Amos 9:6 | den hemel bouwt, en Zijn benden heeft Hij op aarde gefondeerd;
27 Mic 4:14 | 14 Nu, rot u met benden, gij dochter der bende,
|