Book Chapter: Verse
1 Exo 22:6 | 6 Wanneer een vuur uitgaat, en vat de doornen, zodat
2 Exo 28:35 | HEEREN, ingaat, en als hij uitgaat, opdat hij niet sterve. ~
3 Lev 15:32 | het zaad der bijligging uitgaat; zodat hij daardoor onrein
4 Num 12:12 | hij uit zijns moeders lijf uitgaat, de helft wel verteerd is! ~
5 Deu 8:3 | wat uit des HEEREN mond uitgaat. ~
6 Rut 2:22 | dat gij met zijn maagden uitgaat, opdat zij u niet tegenvallen
7 2Sa 19:7 | den HEERE, als gij niet uitgaat, zo er een man dezen nacht
8 2Kon 11:8 | bij den koning, als hij uitgaat, en als hij inkomt. ~
9 2Kro 23:20| koning, als hij inkomt en uitgaat. ~
10 Job 36:35 | geluid, dat uit Zijn mond uitgaat! ~
11 Jes 55:11 | woord, dat uit Mijn mond uitgaat, ook zijn, het zal niet
12 Jes 56:11 | woord, dat uit Mijn mond uitgaat, ook zijn, het zal niet
13 Jer 5:6 | steden; al wie uit dezelve uitgaat, zal verscheurd worden;
14 Jer 21:9 | pestilentie; maar die er uitgaat en valt tot de Chaldeen,
15 Jer 38:2 | maar wie tot de Chaldeen uitgaat, die zal leven, want hij
16 Eze 46:12 | sabbatdag; en als hij weder uitgaat, zal men de poort sluiten,
17 Amos 5:3 | Heere HEERE: De stad, die uitgaat met duizend, zal honderd
18 Amos 5:3 | honderd overhouden, en die uitgaat met honderd, zal tien overhouden,
19 Matt 4:4 | dat door den mond Gods uitgaat. ~
20 Matt 10:11| aldaar, totdat gij daar uitgaat. ~
21 Matt 15:11| maar hetgeen ten monde uitgaat, dat ontreinigt den mens. ~
22 Matt 24:27| 27 Want gelijk de bliksem uitgaat van het oosten, en schijnt
23 Mark 6:10| daar, totdat gij van daar uitgaat. ~
24 Mark 7:20| 20 En Hij zeide: Hetgeen uitgaat uit den mens, dat ontreinigt
25 Joha 15:26| waarheid, Die van den Vader uitgaat, Die zal van Mij getuigen. ~
26 Hand 10:18| Christus, dat gij van haar uitgaat. En hij ging uit ter zelfder
|