Book Chapter: Verse
1 Joz 5:9 | Jozua: Heden heb Ik den smaad van Egypte van ulieden afgewenteld;
2 1Sa 17:26 | Filistijn slaat, en den smaad van Israel wendt? Want wie
3 Job 19:5 | verheft tegen mij, en mijn smaad tegen mij drijft; ~
4 Psa 22:7 | een worm en geen man, een smaad van mensen, en veracht van
5 Psa 31:12 | naburen, grotelijks tot een smaad geworden, en mijn bekenden
6 Psa 40:9 | en stel mij niet tot een smaad des dwazen. ~
7 Psa 44:14 | stelt ons onze naburen tot smaad, tot spot en schimp dengenen,
8 Psa 69:11 | mij geworden tot allerlei smaad. ~
9 Psa 71:13 | tegen zijn; laat hen met smaad en schande overdekt worden,
10 Psa 79:12 | weder in hun schoot hun smaad, waarmede zij U, o Heere!
11 Psa 89:42 | zijn naburen is hij tot een smaad geweest. ~
12 Psa 89:51 | 51 Gedenk, HEERE! aan de smaad Uwer knechten, dien ik in
13 Psa 109:25 | 25 Nog ben ik hun een smaad; als zij mij zien, zo schudden
14 Spre 6:33| zal hij vinden, en zijn smaad zal niet uitgewist worden. ~
15 Jes 54:4 | jonkheid vergeten, en den smaad uws weduwschaps zult gij
16 Jer 6:10 | des HEEREN is hun tot een smaad, zij hebben geen lust
17 Jer 20:8 | woord den gansen dag tot smaad en tot schimp is. ~
18 Klaa 1:74| slaat, hij worde zat van smaad. ~
19 Klaa 2:1 | aanschouw het, en zie onzen smaad aan. ~
20 Eze 22:4 | heidenen overgegeven tot een smaad, en allen landen tot een
21 Eze 34:29 | honger in het land, en den smaad der heidenen niet meer dragen. ~
22 Eze 36:6 | gesproken, omdat gij den smaad der heidenen gedragen hebt; ~
23 Eze 36:15 | u hore, en gij zult den smaad der natien niet meer dragen;
24 Dan 11:18 | doch een overste zal zijn smaad tegen hem doen ophouden,
25 Dan 11:18 | ophouden, behalve dat hij zijn smaad op hem zal doen wederkeren. ~
26 Hos 12:15 | zijn Heere zal hem zijn smaad vergelden. ~ ~
|