Book Chapter: Verse
1 Gen 18:4 | 4 Eer zij zich te slapen legden, zo hebben de mannen
2 Gen 26:11 | hoofdpeluw, en legde zich te slapen te dierzelver plaats. ~
3 Gen 26:13 | land, waarop gij ligt te slapen, zal Ik aan u geven, en
4 Lev 14:47 | 47 Die ook in dat huis te slapen ligt, zal zijn klederen
5 Lev 25:6 | het land, dat gij zult te slapen liggen, en niemand zij,
6 Deu 31:16 | tot Mozes: Zie, gij zult slapen met uw vaderen; en dit volk
7 Ric 15:19 | 19 Toen deed zij hem slapen op haar knieen, en riep
8 1Sa 26:7 | nachts; en ziet, Saul lag te slapen in den wagenburg, en zijn
9 Job 3:13 | nederliggen, en stil zijn; ik zou slapen, dan zou voor mij rust wezen; ~
10 Job 7:4 | 4 Als ik te slapen lig, dan zeg ik: Wanneer
11 Job 11:18 | graven, gerustelijk zult gij slapen; ~
12 Psa 4:9 | te zamen nederliggen en slapen; want Gij, o HEERE! alleen
13 Psa 44:24 | Waak op, waarom zoudt Gij slapen, HEERE! Ontwaak, verstoot
14 Psa 121:4 | zal niet sluimeren, noch slapen. ~
15 Spre 4:16| 16 Want zij slapen niet, zo zij geen kwaad
16 Pred 5:11| des rijken laat hem niet slapen. ~
17 Jes 5:27 | niemand zal sluimeren noch slapen, noch de gordel zijner lendenen
18 Jer 51:39 | zullen een eeuwigen slaap slapen, en niet opwaken, spreekt
19 Jer 51:57 | zullen een eeuwigen slaap slapen, en niet opwaken, spreekt
20 Eze 34:25 | wonen in de woestijn, en slapen in de wouden. ~
21 Dan 12:2 | die in het stof der aarde slapen, zullen ontwaken, dezen
22 1Kor 11:30| zwakken en kranken, en velen slapen. ~
23 1The 5:6 | 6 Zo laat ons dan niet slapen, gelijk als de anderen,
24 1The 5:7 | 7 Want die slapen, slapen des nachts, en die
25 1The 5:7 | 7 Want die slapen, slapen des nachts, en die dronken
26 1The 5:10| wij waken, hetzij dat wij slapen, te zamen met Hem leven
|