Book Chapter: Verse
1 Gen 3:22 | boom des levens, en ete, en leve in eeuwigheid. ~
2 Gen 12:13 | en mijn ziel om uwentwil leve. ~
3 Gen 18:20 | klein?) opdat mijn ziel leve. ~
4 Lev 24:35 | bijwoner, opdat hij bij u leve. ~
5 Lev 24:36 | opdat uw broeder bij u leve. ~
6 Deu 19:4 | daarhenen vlieden zal, dat hij leve; die zijn naaste zal geslagen
7 Deu 31:27 | ik nog heden met ulieden leve, zijt gij wederspannig geweest
8 Deu 33:6 | 6 Dat Ruben leve, en niet sterve, en dat
9 1Sa 10:24 | en zij zeiden: de koning leve! ~
10 1Sa 20:14 | niet, indien ik dan nog leve, ja, zult gij niet de weldadigheid
11 2Sa 16:16 | Absalom zeide: De koning leve, de koning leve! ~
12 2Sa 16:16 | De koning leve, de koning leve! ~
13 1Kon 1:25| zeggen: De koning Adonia leve! ~
14 1Kon 1:31| Mijn heer de koning David leve in eeuwigheid! ~
15 1Kon 1:34| zeggen: De koning Salomo leve! ~
16 1Kon 1:39| zeide: De koning Salomo leve! ~
17 2Kon 11:12| handen, en zeiden: De koning leve! ~
18 2Kro 23:24| hem, en zeiden: De koning leve! ~
19 Neh 2:3 | tot de koning: De koning leve in eeuwigheid! Hoe zou mijn
20 Psa 119:17 | wel bij Uw knecht, dat ik leve en Uw woord beware. ~
21 Psa 119:77 | barmhartigheden overkomen, opdat ik leve, want Uw wet is al mijn
22 Psa 119:116| Uw toezegging, opdat ik leve; en laat mij niet beschaamd
23 Eze 18:23 | van zijn wegen, dat hij leve? ~
24 Eze 33:11 | bekere van zijn weg en leve. Bekeert u, bekeert u van
25 Joha 6:57| Vader gezonden heeft, en Ik leve door den Vader; alzo die
26 Hand 16:22| niet behoorlijk, dat hij leve. ~
|