Book Chapter: Verse
1 Gen 20:22 | mitsgaders Pichol, zijn krijgsoverste, tot Abraham sprak, zeggende:
2 Gen 20:32 | Abimelech op, en Pichol, zijn krijgsoverste, en zij keerden wederom
3 Gen 24:26 | vriend, en Pichol, zijn krijgsoverste. ~
4 Ric 4:2 | Hazor regeerde; en zijn krijgsoverste was Sisera; dezelve nu woonde
5 Ric 4:7 | tot u trekken Sisera, den krijgsoverste van Jabin, met zijn wagenen
6 1Sa 12:9 | de hand van Sisera, den krijgsoverste, te Hazor, en in de hand
7 1Sa 14:50 | Ahimaaz; en de naam van zijn krijgsoverste was Abner, een zoon van
8 1Sa 17:55 | zeide hij tot Abner, den krijgsoverste: Wiens zoon is deze jongeling,
9 1Sa 26:5 | den zoon van Ner, zijn krijgsoverste. En Saul lag in den wagenburg,
10 2Sa 2:8 | nu, de zoon van Ner, de krijgsoverste, dien Saul gehad had, nam
11 2Sa 10:16 | en Sobach, Hadad-ezers krijgsoverste, toog voor hun aangezicht
12 2Sa 10:18 | daartoe sloeg hij Sobach, hun krijgsoverste, dat hij aldaar stierf. ~
13 2Sa 19:13 | doe er zo toe, zo gij niet krijgsoverste zult zijn voor mijn aangezicht,
14 2Sa 24:2 | dan zeide tot Joab, den krijgsoverste, die bij hem was: Trek nu
15 1Kon 1:19| den priester, en Joab, den krijgsoverste, maar uw knecht Salomo heeft
16 1Kon 2:32| Abner, den zoon van Ner, den krijgsoverste van Israel, en Amasa, den
17 1Kon 2:32| den zoon van Jether, den krijgsoverste van Juda. ~
18 1Kon 11:15| Edom was, toen Joab, de krijgsoverste, optoog, om de verslagenen
19 1Kon 11:21| ontslapen, en dat Joab, de krijgsoverste, dood was, zeide Hadad tot
20 1Kon 16:16| ten zelfden dage Omri, den krijgsoverste, koning over Israel, in
21 2Kon 4:13| tot den koning, of tot den krijgsoverste? En zij had gezegd: Ik woon
22 2Kon 5:1 | 1 Naaman nu, de krijgsoverste van den koning van Syrie,
23 1Kro 20:16| rivier woonden; en Sofach, de krijgsoverste van Hadar-ezer, toog voor
24 1Kro 20:18| daartoe doodde hij Sofach, den krijgsoverste. ~
25 1Kro 28:34| maar Joab was des konings krijgsoverste. ~ ~
26 Jer 51:27 | Askenaz; bestelt een krijgsoverste tegen haar, brengt paarden
|