Book Chapter: Verse
1 Matt 10:24| 24 De discipel is niet boven den meester,
2 Matt 10:25| 25 Het zij den discipel genoeg, dat hij worde gelijk
3 Matt 27:57| Jozef, die ook zelf een discipel van Jezus was. ~
4 Luk 6:40 | 40 De discipel is niet boven zijn meester;
5 Luk 6:40 | maar een iegelijk volmaakt discipel zal zijn gelijk zijn meester. ~
6 Luk 14:26 | eigen leven, die kan Mijn discipel niet zijn. ~
7 Luk 14:27 | Mij navolgt, die kan Mijn discipel niet zijn. ~
8 Luk 14:33 | hij heeft, die kan Mijn discipel niet zijn. ~
9 Joha 9:28| en zeiden: Gij zijt Zijn discipel; maar wij zijn discipelen
10 Joha 18:15| volgde Jezus, en een ander discipel. Deze discipel nu was den
11 Joha 18:15| een ander discipel. Deze discipel nu was den hogepriester
12 Joha 18:16| buiten aan de deur. De andere discipel dan, die den hogepriester
13 Joha 19:26| ziende Zijn moeder, en den discipel, dien Hij liefhad, daarbij
14 Joha 19:27| Daarna zeide Hij tot den discipel: Zie, uw moeder. En van
15 Joha 19:27| die ure aan nam haar de discipel in zijn huis. ~
16 Joha 19:38| Jozef van Arimathea (die een discipel van Jezus was, maar bedekt
17 Joha 20:2 | Petrus en tot den anderen discipel, welken Jezus liefhad, en
18 Joha 20:3 | dan ging uit, en de andere discipel, en zij kwamen tot het graf. ~
19 Joha 20:4 | liepen tegelijk; en de andere discipel liep vooruit, sneller dan
20 Joha 20:8 | Toen ging dan ook de andere discipel er in, die eerst tot het
21 Joha 21:7 | 7 De discipel dan, welken Jezus liefhad,
22 Joha 21:20| zich omkerende, zag den discipel volgen, welken Jezus liefhad,
23 Joha 21:23| onder de broederen, dat deze discipel niet zou sterven. En Jezus
24 Joha 21:24| 24 Deze is de discipel, die van deze dingen getuigt,
25 Hand 10:1 | ziet, aldaar was een zeker discipel, met name Timotheus, zoon
26 Hand 15:16| Mnason, van Cyprus, een ouden discipel, bij dewelken wij zouden
|