Book Chapter: Verse
1 1Kro 6:9 | 9 En Ahimaaz gewon Azarja, en Azarja gewon Johanan; ~
2 1Kro 6:9 | Ahimaaz gewon Azarja, en Azarja gewon Johanan; ~
3 1Kro 6:10| 10 En Johanan gewon Azarja. Hij is het, die het priesterambt
4 1Kro 6:11| 11 En Azarja gewon Amarja, en Amarja
5 1Kro 6:13| Hilkia, en Hilkia gewon Azarja; ~
6 1Kro 6:14| 14 En Azarja gewon Seraja, en Seraja
7 1Kro 6:36| zoon van Joel, den zoon van Azarja, den zoon van Zefanja, ~
8 1Kro 9:11| 11 En Azarja, de zoon van Hilkija, den
9 1Kro 28:20| Efraim was Hosea, de zoon van Azarja; over den halven stam van
10 2Kro 22:2 | broederen, Josafats zonen, Azarja, en Jehiel, en Zecharja,
11 2Kro 22:22| broederen, Josafats zonen, Azarja, en Jehiel, en Zecharja,
12 2Kro 23:6 | den koning van Syrie; en Azarja, de zoon van Joram, den
13 2Kro 23:14| oversten der honderden, Azarja, den zoon van Jeroham en
14 2Kro 23:14| den zoon van Johanan, en Azarja, den zoon van Obed, en Maaseja,
15 2Kro 29:12| Amasai, en Joel, de zoon van Azarja, van de kinderen der Kahathieten;
16 2Kro 29:12| Kis, de zoon van Abdi, en Azarja, de zoon van Jehaleel; en
17 Ezra 7:1 | van Seraja, den zoon van Azarja, den zoon van Hilkia, ~
18 Ezra 7:3 | van Amarja, den zoon van Azarja, den zoon van Merajoth, ~
19 Neh 3:24 | ander maat; van het huis van Azarja tot aan den hoek en tot
20 Neh 10:2 | 2 Seraja, Azarja, Jeremia, ~
21 Neh 12:33 | 33 En Azarja, Ezra, en Mesullam, ~
22 Dan 1:6 | Daniel, Hananja, Misael en Azarja. ~
23 Dan 1:7 | Sadrach, en Misael Mesach, en Azarja Abed-nego. ~
24 Dan 1:11 | Daniel, Hananja, Misael en Azarja: ~
25 Dan 1:19 | Daniel, Hananja, Misael en Azarja; en zij stonden voor het
26 Dan 2:17 | metgezellen, Hananja, Misael, en Azarja te kennen; ~
|