Book Chapter: Verse

 1 Gen  14:35|  gevogelte kwam neder op het aas; maar Abram joeg het weg. ~
 2 Lev   5:2 |      hebben, hetzij het dode aas van een wild onrein gedierte,
 3 Lev   5:2 | onrein gedierte, of het dode aas van onrein vee, of het dode
 4 Lev   5:2 |      onrein vee, of het dode aas van onrein kruipend gedierte;
 5 Lev   7:24|    Maar het vet van een dood aas, en het vet van het verscheurde,
 6 Lev  11:8 |   gij niet eten, en hun dood aas niet aanroeren, zij zullen
 7 Lev  11:11|   gij niet eten, en hun dood aas zult gij verfoeien. ~
 8 Lev  11:24|      worden; zo wie hun dood aas zal aangeroerd hebben, zal
 9 Lev  11:25|       25 Zo wie van hun dood aas gedragen zal hebben, zal
10 Lev  11:27| onrein zijn; al wie hun dood aas aangeroerd zal hebben, zal
11 Lev  11:28|          28 Ook die hun dood aas zal gedragen hebben, zal
12 Lev  11:35|     waarop iets van hun dood aas zal vallen, zal onrein zijn;
13 Lev  11:36|      zijn; maar wie hun dood aas zal aangeroerd hebben, zal
14 Lev  11:37|      En wanneer van hun dood aas zal gevallen zijn op enig
15 Lev  11:38|      worden, en van hun dood aas daarop zal gevallen zijn,
16 Lev  11:39|      zijn, wie deszelfs dood aas zal aangeroerd hebben, zal
17 Lev  11:40|      40 Ook die van hun dood aas gegeten zal hebben, zal
18 Lev  11:40|   den avond; en die hun dood aas zal gedragen hebben, zal
19 Lev  17:15|  vreemdelingen, die een dood aas of het verscheurde zal gegeten
20 Lev  22:8 |                   8 Het dode aas, en het verscheurde zal
21 Deu  14:8 |   gij niet eten, en hun dood aas zult gij niet aanroeren. ~
22 Deu  14:21|        21 Gij zult geen dood aas eten; den vreemdeling, die
23 Ric  13:8 |     toen week hij af, om het aas van de leeuw te bezien,
24 Job   9:26|    gelijk een arend naar het aas toevliegt. ~
25 Eze   4:14|     af tot nu toe, geen dood aas, noch dat verscheurd is,
26 Eze  44:31|                 31      Geen aas, noch wat verscheurd is