Book Chapter: Verse
1 Lev 19:14 | aangezicht des blinden geen aanstoot zetten; maar gij zult voor
2 1Sa 25:31 | zijn tot wankeling, noch aanstoot des harten, te weten, dat
3 Psa 56:14 | ook niet mijn voeten van aanstoot, om voor Gods aangezicht
4 Psa 116:8 | van tranen, mijn voet van aanstoot. ~
5 Psa 119:165| vrede, en zij hebben geen aanstoot. ~
6 Jes 3:6 | overste, laat toch dezen aanstoot onder uw hand wezen; ~
7 Jes 58:14 | bereidt den weg, neemt den aanstoot uit den weg Mijns volks. ~
8 Jer 6:21 | Ik zal dit volk allerlei aanstoot stellen; en daaraan zullen
9 Eze 3:20 | onrecht doet, en Ik een aanstoot voor zijn aangezicht leg,
10 Eze 7:19 | vullen; want het zal de aanstoot hunner ongerechtigheid zijn. ~
11 Eze 14:3 | hart opgezet, en hebben den aanstoot hunner ongerechtigheid recht
12 Eze 14:4 | zijn hart opzet, en den aanstoot zijner ongerechtigheid
13 Eze 14:7 | zijn hart, en stelt den aanstoot zijner ongerechtigheid
14 Eze 18:30 | ongerechtigheid u niet tot een aanstoot worden. ~
15 Eze 44:12 | den huize Israels tot een aanstoot der ongerechtigheid geweest
16 Matt 4:6 | tijd Uw voet aan een steen aanstoot. ~
17 Matt 16:23| satanas! gij zijt Mij een aanstoot, want gij verzint niet de
18 Matt 17:27| Maar opdat wij hun geen aanstoot geven, ga heen naar de zee,
19 Rom 11:9 | tot een val, en tot een aanstoot, en tot een vergelding voor
20 Rom 14:13 | dat gij den broeder geen aanstoot of ergernis geeft. ~
21 Rom 14:20 | kwaad den mens, die met aanstoot eet. ~
22 1Kor 8:9 | macht niet enigerwijze een aanstoot worde dengenen, die zwak
23 1Kor 10:32| 32 Weest zonder aanstoot te geven, en den Joden,
24 2Kor 6:3 | 3 Wij geven geen aanstoot in enig ding, opdat de bediening
25 Fili 1:10| oprecht zijt, en zonder aanstoot te geven, tot den dag van
26 Open 2:14| den kinderen Israels een aanstoot voor te werpen, opdat zij
|