Book Chapter: Verse
1 Gen 23:59 | 59 Toen lieten zij Rebekka,
2 Lev 13:59 | 59 Dit is de wet van de plaag
3 Num 7:59 | 59 En ten dankoffer: twee runderen,
4 Num 26:59 | 59 En de naam der huisvrouw
5 Deu 28:59 | 59 Zo zal de HEERE uw plagen
6 Joz 15:59 | 59 En Maarath, en Beth-Anoth,
7 1Kon 8:59 | 59 En dat deze mijn woorden,
8 1Kro 6:59 | 59 En Asan en haar voorsteden,
9 Ezra 2:59 | 59 Dezen togen ook op van Tel-melah,
10 Neh 7:59 | 59 De kinderen van Sefatja,
11 Psa 59 | 59 ~
12 Psa 78:59 | 59 God hoorde het en werd verbolgen,
13 Psa 119:59 | 59 Ik heb mijn wegen bedacht,
14 Jes 60 | 59 ~
15 Jer 51:59 | 59 Het woord, dat de profeet
16 Klaa 1:103| 59 Resch. Heere! Gij hebt
17 Eze 16:59 | 59 Want alzo zegt de Heere
18 Matt 26:59 | 59 En de overpriesters, en
19 Matt 27:59 | 59 En Jozef, het lichaam nemende,
20 Mark 14:59 | 59 En ook alzo was hun getuigenis
21 Luk 1:59 | 59 En het geschiedde, dat zij
22 Luk 9:59 | 59 En Hij zeide tot een anderen:
23 Luk 12:59 | 59 Ik zeg u: Gij zult van daar
24 Luk 22:59 | 59 En als het omtrent een uur
25 Joha 6:59 | 59 Deze dingen zeide Hij in
26 Joha 8:59 | 59 Zij namen dan stenen op,
|