Book Chapter: Verse
1 1Kon 11:26| Daartoe Jerobeam, de zoon van Nebat, een Efrathiet van Zereda,
2 1Kon 12:2 | als Jerobeam, de zoon van Nebat, dit hoorde, daar hij nog
3 1Kon 12:15| tot Jerobeam, den zoon van Nebat. ~
4 1Kon 15:1 | koning Jerobeam, den zoon van Nebat, werd Abiam koning over
5 1Kon 16:3 | van Jerobeam, den zoon van Nebat. ~
6 1Kon 16:26| van Jerobeam, den zoon van Nebat, en in zijn zonden, waarmede
7 1Kon 16:31| van Jerobeam, den zoon van Nebat?), dat hij nog ter vrouwe
8 1Kon 21:22| van Jerobeam, den zoon van Nebat, en gelijk het huis van
9 1Kon 22:53| van Jerobeam, den zoon van Nebat, die Israel zondigen deed. ~
10 2Kon 3:3 | van Jerobeam, den zoon van Nebat, aan, die Israel deed zondigen;
11 2Kon 9:9 | van Jerobeam, den zoon van Nebat, en als het huis van Baesa,
12 2Kon 10:29| van Jerobeam, den zoon van Nebat, die Israel zondigen deed,
13 2Kon 14:2 | van Jerobeam, den zoon van Nebat, die Israel zondigen deed;
14 2Kon 14:11| Jerobeam, dien zoon van Nebat, die Israel zondigen deed,
15 2Kon 15:24| van Jerobeam, den zoon van Nebat, die Israel zondigen deed. ~
16 2Kon 16:9 | van Jerobeam, den zoon van Nebat, die Israel zondigen deed. ~
17 2Kon 16:18| van Jerobeam, den zoon van Nebat, die Israel zondigen deed. ~
18 2Kon 16:24| van Jerobeam, den zoon van Nebat, die Israel zondigen deed. ~
19 2Kon 16:28| van Jerobeam, den zoon van Nebat, die Israel zondigen deed. ~
20 2Kon 19:21| maakten Jerobeam, den zoon van Nebat, koning; en Jerobeam dreef
21 2Kon 25:15| die Jerobeam, de zoon van Nebat, dewelke Israel zondigen
22 2Kro 10:29| aangaande Jerobeam, den zoon van Nebat? ~
23 2Kro 11:2 | als Jerobeam, de zoon van Nebat, dat hoorde (dezelve nu
24 2Kro 11:15| tot Jerobeam, den zoon van Nebat. ~
25 2Kro 14:6 | is Jerobeam, de zoon van Nebat, de knecht van Salomo, den
|