Book Chapter: Verse
1 1Kro 16:27| 27 Majesteit en heerlijkheid zijn voor
2 1Kro 30:11| en de overwinning, en de majesteit; want alles, wat in den
3 1Kro 30:25| aan hem een koninklijke majesteit, zodanige aan geen koning
4 2Kro 21:21| zangers, die de heilige Majesteit prijzen zouden, voor de
5 Job 36:55 | bij God is een vreselijke majesteit! ~
6 Job 39:5 | hoogheid, en bekleed u met majesteit en heerlijkheid! ~
7 Psa 8:2 | ganse aarde! Gij, die Uw majesteit gesteld hebt boven de hemelen. ~
8 Psa 21:6 | is zijn eer door Uw heil; majesteit en heerlijkheid hebt Gij
9 Psa 45:4 | aan de heup, o Held! Uw Majesteit en Uw heerlijkheid. ~
10 Psa 96:6 | 6 Majesteit en heerlijkheid zijn voor
11 Psa 104:1 | groot, Gij zijt bekleed met majesteit en heerlijkheid. ~
12 Psa 111:3 | 3 He. Zijn doen is majesteit en heerlijkheid; Vau. en
13 Psa 145:5 | heerlijkheid der eer Uwer majesteit, en Uw wonderlijke daden. ~
14 Psa 148:13 | alleen is hoog verheven; Zijn majesteit is over de aarde en den
15 Jes 2:10 | om de heerlijkheid Zijner majesteit. ~
16 Jes 2:19 | vanwege de heerlijkheid Zijner majesteit, wanneer Hij Zich opmaken
17 Jes 2:21 | vanwege de heerlijkheid Zijner majesteit, wanneer Hij Zich opmaken
18 Jer 22:18 | heer! of, och zijn majesteit! ~
19 Dan 4:36 | mijns koninkrijks, mijn majesteit en mijn glans weder op mij;
20 Zac 10:3 | gelijk het paard Zijner majesteit in den strijd. ~
21 Hand 13:27| worden, en dat ook haar majesteit zal ten ondergaan, aan welke
22 Heb 1:3 | aan de rechter hand der Majesteit in de hoogste hemelen; ~
23 Heb 8:1 | rechter hand van den troon der Majesteit in de hemelen: ~
24 2Pet 1:16| aanschouwers geweest van Zijn majesteit. ~
25 Jud 1:25 | Zaligmaker, zij heerlijkheid en majesteit, kracht en macht, beide
|