Book Chapter: Verse
1 Ric 20:8 | HEERE te Mizpa? En ziet, van Jabes in Gilead was niemand opgekomen
2 Ric 20:9 | niemand van de inwoners van Jabes in Gilead. ~
3 Ric 20:10 | zwaards de inwoners van Jabes in Gilead, met de vrouwen
4 Ric 20:12 | vonden onder de inwoners van Jabes in Gilead vierhonderd jonge
5 Ric 20:14 | hadden van de vrouwen van Jabes in Gilead; maar alzo waren
6 1Sa 11:1 | Ammoniet, op, en belegerde Jabes in Gilead. En al de mannen
7 1Sa 11:1 | Gilead. En al de mannen van Jabes zeiden tot Nahas: Maak een
8 1Sa 11:3 | zeiden tot hem de oudsten Jabes: Laat zeven dagen van ons
9 1Sa 11:5 | de woorden der mannen van Jabes. ~
10 1Sa 11:9 | gijlieden den mannen te Jabes in Gilead zeggen: Morgen
11 1Sa 11:9 | verkondigden dat aan de mannen te Jabes, zo werden zij verblijd. ~
12 1Sa 11:10 | 10 En de mannen van Jabes zeiden: Morgen zullen wij
13 1Sa 31:11 | 11 Als de inwoners van Jabes in Gilead daarvan hoorden,
14 1Sa 31:12 | Beth-San; en zij kwamen te Jabes, en brandden ze aldaar. ~
15 1Sa 31:13 | ze onder het geboomte te Jabes; en zij vastten zeven dagen. ~
16 2Sa 2:4 | Het zijn de mannen van Jabes in Gilead, die Saul begraven
17 2Sa 2:5 | boden tot de mannen van Jabes in Gilead, en hij zeide
18 2Sa 21:12 | zoon, van de burgeren van Jabes in Gilead, die dezelve gestolen
19 2Kon 16:10| 10 En Sallum, de zoon van Jabes, maakte een verbintenis
20 2Kon 16:13| 13 Sallum, de zoon van Jabes, werd koning, in het negen
21 2Kon 16:14| sloeg Sallum, den zoon van Jabes, te Samaria, en doodde hem,
22 1Kro 2:55| huisgezinnen der schrijvers, die te Jabes woonden, de Tirathieten,
23 1Kro 10:11| 11 Als geheel Jabes in Gilead hoorde alles,
24 1Kro 10:12| zonen, en zij brachten ze te Jabes; en zij begroeven hun beenderen
25 1Kro 10:12| beenderen onder een eikenboom te Jabes, en zij vastten zeven dagen. ~
|